Chez les patients recevant Arédia pour le traitement de métastases osseuses et chez qui une dégradation de la fonction rénale est constatée, le traitement avec Arédia doit être arrêté (voir rubrique 4.2).
Bij patiënten die Aredia krijgen toegediend voor botmetastasen en bij wie een verslechtering van de nierfunctie wordt vastgesteld, moet de behandeling met Aredia worden stopgezet (zie rubriek 4.2).