S'il s'agit de l'accès à une consultation, au service d'urgence ou à l'admission en hospitalisation, le gestionnaire ne peut s'y opposer: le médecin est et reste le seul responsable ‑ déontologiquement, pénalement et civilement ‑ de l'évaluation du degré d'urgence (aide à personne en danger), de la dispensation et de la continuité des soins.
Indien het gaat om de toegang tot een raadpleging, tot een spoedgevallendienst of tot een opneming in een ziekenhuis, kan de beheerder zich er niet tegen verzetten: de geneesheer is en blijft de enige persoon die op deontologisch, strafrechtelijk en burgerrechtelijk vlak, verantwoordelijk is voor de vaststelling van de urgentiegraad (bijstand van een persoon die in gevaar verkeert), voor de toediening en de continuïteit van de geneeskundige verzorging.