Traduction de «phlébite au point » (Français → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

phlébite | phlébite
flebitis | aderontsteking

endophlébite inflammation veineuse périphlébite phlébite suppurée
endoflebitis | ontsteking van vene | periflebitis | suppuratieve flebitis

Phlébite et thrombophlébite
flebitis en tromboflebitis

Hématomyélie Infarctus aigu de la moelle épinière (embolique) (non embolique) Myélopathie nécrotique subaiguë [Foix-Alajouanine] Œdème de la moelle épinière Phlébite et thrombophlébite intrarachidiennes, d'origine non pyogène Thrombose artérielle de la moelle épinière
acute infarcering van ruggenmerg (embolisch)(niet-embolisch) | arteriële trombose van ruggenmerg | hematomyelie | niet-pyogene intraspinale-flebitis en -tromboflebitis | ruggenmergoedeem | subacute necrotische-myelopathie

Phlébite et thrombophlébite intracrâniennes et intrarachidiennes
intracraniale en intraspinale flebitis en tromboflebitis

phlébite
flebitis

Embolie | Endophlébite | Phlébite | Thrombophlébite | Thrombose | septique des sinus veineux et veines intracrâniens ou intrarachidiens
septische | flebitis | van intracraniale of intraspinale veneuze-sinussen en venen | septische | embolie | van intracraniale of intraspinale veneuze-sinussen en venen | septische | endoflebitis | van intracraniale of intraspinale veneuze-sinussen en venen | septische | tromboflebitis | van intracraniale of intraspinale veneuze-sinussen en venen | septische | trombose | van intracraniale of intraspinale veneuze-sinussen en venen |

Phlébite et thrombophlébite des veines superficielles des membres inférieurs
flebitis en tromboflebitis van oppervlakkige venen van onderste extremiteiten

Phlébite et thrombophlébite de la veine fémorale
flebitis en tromboflebitis van vena femoralis

Phlébite et thrombophlébite d'autres vaisseaux profonds des membres inférieurs
flebitis en tromboflebitis van overige diepe venen van onderste extremiteiten

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Fréquent Pyrexie Phlébite au point d’injection Erythème au point d’injection Fatigue Induration au point d'injection Tuméfactions au point d'injection Œdème périphérique Somnolence
Vaak Pyrexie Flebitis op de injectieplaats Erytheem op de injectieplaats Vermoeidheid Verharding op de injectieplaats Zwelling op de injectieplaats Perifeer oedeem Somnolentie

- Les réactions observées au point d’injection peuvent être des érythèmes, des sensations de brûlures, une décoloration de la veine et des phlébites localisées (G3-4 : 3,7% avec Navelbine en monothérapie).
- De reacties die waargenomen werden op de plaats van injectie, kunnen zijn: erytheem, een brandend gevoel, verkleuring van de vene en gelokaliseerde flebitis (G3-4: 3,7% met Navelbine in monotherapie)

Anorexie (trouble de l’alimentation) Diarrhées – peuvent entraîner une déshydratation Cystite chimique (inflammation de la vessie) parfois hémorragique (présence de sang dans l’urine) après administration dans la vessie Alopécie (chute des cheveux) qui est normalement réversible Sepsie (infection bactérienne) Septicémie (infection bactérienne du sang) Ulcération et nécrose (mort de cellules/tissus) du colon (intestin) lorsque la doxorubicine est utilisée en association avec la cytarabine Phlébite Saignement gastro-intestinal Douleur abdominale Réaction d’hypersensibilité localisée du champ d’irradiation Déshydratation Leucémie secondaire (cancer du sang qui apparaît après le traitement pour un autre cancer) lorsque la doxorubicine est administrée avec des médicaments antinéoplasiques qui endommagent l’ADN Syndrome de lyse tumorale (complications de la chimiothérapie) Conjonctivite (inflammation de la couche la plus externe de l’œil) Urticaire Exanthème (type d’éruption cutanée) Réactions érythémateuses (symptômes similaires à ceux d’une éruption cutanée) le long de la veine utilisée pour l’injection Hyperpigmentation (zones foncées) de la peau et des ongles Onycholyse (décollement des ongles) Réaction anaphylactique (réactions allergiques sévères avec ou sans choc, notamment éruption cutanée, prurit (démangeaisons), fièvre et frissons) Tremblements Fièvre Étourdissement Thrombophlébite (inflammation d’une veine sous la peau) Thromboembolie (formation d’un caillot dans un vaisseau sanguin) Arythmie (battement cardiaque irrégulier) Insuffisance cardiaque (perte de la fonction cardiaque) Hyperuricémie (taux sanguin élevé d’acide urique) Bronchospasme (toux ou difficultés respiratoires en raison d’un rétrécissement brusque des voies aériennes) Pneumonite (inflammation du tissu pulmonaire) Aménorrhée (absence de règles) Oligospermie (diminution du nombre de spermatozoïdes) Azoospermie (absence totale de spermatozoïdes) Anémie (diminution du nombre de globules rouges) Une ...
sepsis (bacterie-infectie) bloedvergiftiging (bacterie-infectie in het bloed) zweren en necrose (afsterven van cellen/weefsel) in de dikke darm als het middel gebruikt wordt in combinatie met cytarabine flebitis bloedingen in het maagdarmkanaal buikpijn plaatselijke overgevoeligheidsreactie in het gebied dat bestraald is uitdroging secundaire leukemie (bloedkanker die zich ontwikkelt na behandeling voor een ander soort kanker) als het middel gebruikt wordt in combinatie met andere antineoplastische stoffen die het DNA beschadigen tumorlysesyndroom (complicaties van chemotherapie) conjunctivitis (ontsteking van het buitenste oogvlies) urticaria (galbulten) exantheem (een soort uitslag) erythemateuze reacties (symptomen die op uitslag lijken) langs de ader waarin de injectie heeft plaatsgevonden hyperpigmentatie (donkere vlekken) van de huid en nagels onycholyse (loslaten van de nagels) anafylactische reactie (ernstige allergische reacties met of zonder shock, waaronder huiduitslag, pruritis (jeuk), koorts en rillingen) rillen Koorts. duizeligheid tromboflebitis (ontsteking van de aderen onder de huid) trombo-embolie (bloedstolsel in een bloedvat) aritmie (onregelmatige hartslag) hartfalen (verlies van de hartfunctie) hyperuricemie (hoge urinezuurspiegel in het bloed) bronchospasme (hoesten of moeilijkheden bij de ademhaling vanwege plotselinge vernauwing van de luchtwegen) pneumonitis (ontsteking van het longweefsel) amenorroe (uitblijven van de menstruatie) oligospermie (laag spermavolume) azoöspermie (geen sperma) anemie (vermindering van het aantal rode bloedcellen) een stekend of branderig gevoel op de toedieningsplaats in verband met extravasatie.

Le respect des procédures d'administration recommandées peut réduire au minimum le risque de phlébite/thrombophlébite au point d'injection (voir rubrique 4.2).
Het risico op flebitis/tromboflebitis op de injectieplaats kan worden geminimaliseerd door de aanbevolen toedieningsprocedures te volgen (zie rubriek 4.2).

Troubles généraux et anomalies au site d'administration Très fréquent : fièvre et syndrome pseudo grippal, parfois accompagnés de malaise, rigidité, fatigue et réactions vasomotrices. Fréquent : réactions au point d’injection (douleur, rougeur, tuméfaction, induration, phlébite, thrombophlébite)
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen Zeer vaak : koorts, griepachtige symptomen soms gepaard gaand met malaise, stijfheid, moeheid en warmteopwellingen Vaak : reacties op de infusieplaats (pijn, roodheid, zwelling, induratie, flebitis, thromboflebtitis)