Après injection intraveineuse, l’activité plasmatique du facteur VIII augmente rapidement (FVIII:C), puis diminue rapidement dans un premier temps et ensuite plus lentement.
Na intraveneuze injectie is er een snelle verhoging van de plasma factor VIII activiteit (FVIII:C), gevolgd door een snelle daling in activiteit en daarop volgend een tragere daling in activiteit.