Vertaling van "plasmatiques d’antidépresseurs tricycliques précédemment stables " (Frans → Nederlands) :

CYP1A2 Une élévation des concentrations plasmatiques d’antidépresseurs tricycliques précédemment stables (par ex. clomipramine, imipramine, amitriptyline) et de neuroleptiques (par ex. clozapine, olanzapine), métabolisés principalement par l’iso enzyme 1A2 du cytochrome P450, a été observée lors de l’utilisation simultanée de
CYP1A2 Een verhoging van eerder stabiele plasmaconcentraties van tricyclische antidepressiva (bijv. clomipramine, imipramine, amitriptyline) en neuroleptica (bijv. clozapine, olanzapine) die voornamelijk gemetaboliseerd worden door cytochroom P450 1A2, is waargenomen bij gelijktijdig gebruik met fluvoxamine. Een verlaging van de dosering van deze producten dient overwogen te worden als met een behandeling met fluvoxamine gestart wordt.

Chez les patients traités par l'acide acétylsalicylique (modification des liaisons plasmatiques), phénylbutazone (modification des liaisons aux protéines plasmatiques), disulfiram (inhibition enzymatique), dérivés de la dicoumarine (biotransformation de la phénytoïne diminuée et son taux plasmatique augmenté), isoniazide, P.A.S (interférence du métabolisme hépatique), cyclosérine (interférence du métabolisme hépatique), éthosuximide (inhibition enzymatique), diazépam, acide valproïque (déplacement des liaisons protéiques), chloramphénicol (inhibition du métabolisme hépatique), cimétidine (inhibition du métabolisme hépatique), dextropropoxyphène (biotransformation de la phénytoïne diminuée et son taux plasmatique augmenté), antidépresseurs tricycliques (biotransformation de la phénytoïne diminuée et son taux plasmatique augmenté).
Bij de patiënten behandeld met acetylsalicylzuur (wijziging van de plasmabindingen), fenylbutazone (wijziging van de plasmaproteïnebinding), disulfiram (enzymatische inhibitie), dicoumarinederivaten (biotransformatie van de verminderde fenytoïne en van haar toegenomen plasmawaade), Isoniazide, P.A.S (interferentie van het hepatisch metabolisme), cycloserine (interferentie van het hepatisch metabolisme), ethosuxmide (enzymatische inhibitie), diazepam, valproïnezuur (veplaatsing van de eiwitbindingen), chloramphenicol (inhibitie van het hepatisch metabolisme), dextropropoxyfeen (biotransformatie van de verminderde fenytoïne en haar toegenomen plasmawaarde), tricyclische antidepressoren (biotransformatie van de verminderde fenytoïne en haar toegenomen plasmawaarde).

Lors d'association avec l'acide acétylsalicylique, phénylbutazone (modification des liaisons aux protéines plasmatiques), disulfiram (inhibition enzymatique), dérivés de la dicoumarine (biotransformation de la phénytoïne diminuée et son taux plasmatique augmenté), isoniazide, P.A.S (interférence du métabolisme hépatique), cyclosérine (interférence du métabolisme hépatique), éthosuximide (inhibition enzymatique), diazépam, acide valproïque (déplacement des liaisons avec les protéines sériques), chloramphénicol (inhibition du métabolisme hépatique), cimétidine (inhibition du métabolisme hépatique), dextropropoxyphène (biotransformation de la phénytoïne diminuée et son taux plasmatique augmenté), antidépresseurs tricycliques (biotransformation de la phénytoïne diminuée et son taux plasmatique augmenté), inhibiteurs de la mono-amine-oxydase (inhibition du métabolisme de la phénytoïne et taux plasmatique augmenté).
Bij de associatie met acetylsalicylzuur, fenylbutazone (wijziging van bindingscapaciteiten van de plasma eiwitten), disulfiram (enzymatische inhibitie), dicoumarine derivaten (verminderde biotransformatie van fenytoïne en gestegen plasmaspiegels), isoniazide, P.A.S (interferentie met levermetabolisme), cycloserine (interferentie met levermetabolisme), ethosuximide (enzymatische inhibitie), diazepam, valproïnezuur (verplaatsing van de proteïnebindingen), chloramfenicol (inhibitie van het levermetabolisme), cimetidine (inhibitie van levermetabolisme), dextropropoxyfeen (verminderde biotransformatie van fenytoïne en gestegen plasmaspiegels), tricyclische antidepressiva (verminderde biotransformatie van fenytoïne en gestegen plasmaspiegels), mono-amine-oxydase remmers (inhibitie van het fenytoïne metabolisme en gestegen plasmaspiegels).

Les barbituriques et autres inducteurs enzymatiques peuvent réduire les concentrations plasmatiques d’antidépresseurs tricycliques et donc affaiblir l’effet antidépresseur.
Barbituraten en andere enzyme-inductoren kunnen de plasmaconcentraties van tricyclische antidepressiva verminderen en dus het antidepressief effect verlagen.

Il est recommandé de surveiller les concentrations plasmatiques des antidépresseurs tricycliques (ex : désipramine et nortriptyline) en cas de co-administration avec Telzir (voir rubrique 4.5).
Controle van de therapeutische concentratie wordt aanbevolen voor tricyclische antidepressiva (bijv. desipramine en nortriptyline) indien gelijktijdig toegediend met Telzir (zie rubriek 4.5).

L’administration concomitante de neuroleptiques (par ex., les phénothiazines) peut donner lieu à une augmentation des taux plasmatiques des antidépresseurs tricycliques, à un abaissement du seuil épileptique et à la survenue de convulsions.
Gelijktijdige toediening van neuroleptica (bijv. fenothiazinen) kan aanleiding geven tot een verhoogde plasmaspiegel van tricyclische antidepressiva, tot een verlaagde convulsiedrempel en tot convulsies.

L’administration concomitante de cimétidine, un antihistaminique H 2 (un inhibiteur de plusieurs enzymes P450, y compris le CYP2D6 et le CYP3A4) peut donner lieu à une augmentation des taux plasmatiques des antidépresseurs tricycliques, dont il faut par conséquent réduire la posologie.
Gelijktijdige toediening van de (H 2 -)histamine-receptor antagonist cimetidine (een remmer van meerdere P450-enzymen, waaronder CYP2D6 en CYP3A4) kan aanleiding geven tot een verhoogde plasmaspiegel van tricyclische antidepressiva, waarvan de dosis bijgevolg dient te worden verlaagd.

Le remboursement des antidépresseurs non sélectifs de la recapture de la monoamine (les tricycliques) reste stable et celui des inhibiteurs des monoamines oxydases augmente à nouveau depuis 2008.
De terugbetaling van de niet-selectieve monoamineheropnameremmers (de tricyclische antidepressiva) blijft gelijk en deze van de nietselectieve mao-remmers stijgt opnieuw sinds 2008.

La quote-part des antidépresseurs non sélectifs de la recapture de la monoamine (les tricycliques) reste stable et celui des inhibiteurs des monoamines oxydases augmente à nouveau depuis 2008, tout en restant proportionnellement très peu important.
Het aandeel van de niet-selectieve monoamineheropnameremmers (de tricyclische antidepressiva) blijft gelijk en deze van de nietselectieve mao-remmers, welke proportioneel verwaarloosbaar blijft, stijgt opnieuw sinds 2008.