Traduction de «pour le cholestérol-ldl était » (Français → Néerlandais) :

Après 24 semaines de traitement, la valeur moyenne atteinte pour le cholestérol-LDL était de 124,9 mg/dl (fourchette : 64,0-289,0 mg/dl) dans le groupe simvastatine 40 mg comparé à 207,8 mg/dl (fourchette : 128,0-334,0 mg/dl) dans le groupe placebo.
Na 24 weken behandeling was de gemiddelde bereikte LDL-C-waarde 124,9 mg/dl (bereik : 64,0-289,0 mg/dl) in de groep met simvastatine 40 mg vs. 207,8 mg/dl (bereik : 128,0-334,0 mg/dl) in de placebogroep.

Après 24 semaines de traitement, la valeur moyenne atteinte pour le cholestérol-LDL était de 124,9 mg/dl (intervalle 64,0-289,0 mg/dl) dans le groupe ZOCOR 40 mg comparé à 207,8 mg/dl (intervalle : 128,0-334,0 mg/dl) dans le groupe placebo.
Na 24 weken behandeling was de gemiddelde bereikte LDL-C-waarde 3,2 mmol/l [124,9 mg/dl] (bereik: 1,7-7,5 mmol/l [64,0-289,0 mg/dl]) in de groep met ZOCOR 40 mg vs. 5,4 mmol/l [207,8 mg/dl] (bereik: 3,3-8,7 mmol/l [128,0-334,0 mg/dl]) in de placebogroep.

Leur taux moyen de cholestérol LDL était de 73 mg/dl (1,9 mmol/l) au cours du traitement par l’atorvastatine et de 129 mg/dl (3,3 mmol/l) au cours du traitement par placebo.
De gemiddelde LDL-C was 73 mg/dl (1,9 mmol/l) tijdens behandeling met atorvastatine en 129 mg/dl (3,3 mmol/l) tijdens behandeling met de placebo.

Leur taux moyen de cholestérol LDL était de 73 mg/dl (1,9 mmol/l) au cours du traitement par atorvastatine et de 129 mg/dl (3,3 mmol/l) au cours du traitement par placebo.
De gemiddelde LDL-C was 73 mg/dl (1,9 mmol/l) tijdens behandeling met atorvastatine en 129 mg/dl (3,3 mmol/l) tijdens behandeling met de placebo.

Chez les patients hypercholestérolémiques pour lesquels les taux de LDL cholestérol ont diminué de 20 à 35 %, l’effet global sur le cholestérol entraîne une diminution du rapport cholestérol total sur HDL cholestérol, LDL cholestérol sur HDL cholestérol ou Apo B sur Apo AI. Compte tenu de son effet significatif sur le LDL cholestérol et les triglycérides, le traitement par fénofibrate devrait être bénéfique pour les patients atteints d’hypercholestérolémie avec ou sans hypertriglycéridémie, y compris l’hyperlipoprotéinémie secondaire comme le diabète type.
Bij hypercholesterolemische patiënten wier LDL-cholesterol concentraties met 20 tot 35% waren gedaald, resulteerde het totale effect op cholesterol in een daling van de volgende verhoudingen: totaal cholesterol op HDL-cholesterol, LDL-cholesterol op HDL-cholesterol of apoproteïne B op Apo AI. Wegens zijn significant effect op LDL-cholesterol en triglyceriden zou behandeling met fenofibraat gunstig moeten zijn voor hypercholesterolemische patiënten met of zonder hypertriglyceridemie, inclusief secundaire hyperlipoproteïnemie zoals type 2 diabetes mellitus.

À la semaine 96 des études cliniques groupées de phase III C209 et C215 la variation moyenne par rapport à la valeur initiale, dans le bras rilpivirine, était de 5 mg/dl pour le cholestérol total (à jeun), de 4 mg/dl pour le cholestérol HDL (à jeun), de 1 mg/dl pour le cholestérol LDL (à jeun), et de –7 mg/dl pour les triglycérides (à jeun).
Na 96 weken was in de gepoolde fase III-onderzoeken C209 en C215 bij de rilpivirinegroep de gemiddelde verandering vanaf de uitgangswaarde in totaal-cholesterolgehalte (nuchter) 5 mg/dl, in HDL-cholesterolgehalte (nuchter) 4 mg/dl, in LDL-cholesterolgehalte (nuchter) 1 mg/dl en in triglyceridegehalte (nuchter) -7 mg/dl.

Chez les patients hypercholestérolémiques pour lesquels les taux de LDL cholestérol ont diminué de 20 à 35 %, l'effet global sur le cholestérol entraîne une diminution du rapport cholestérol total sur HDL cholestérol, LDL cholestérol sur HDL cholestérol ou Apo B sur Apo AI, qui sont tous des marqueurs du risque athérogène.
Bij patiënten met hypercholesterolemie, die 20 tot 35% lagere LDL cholesterolwaarden hebben, resulteerde het globale effect op cholesterolwaarden in een daling van de verhoudingen totaal cholesterol / HDL cholesterol, LDL cholesterol / HDL cholesterol, of Apo B / Apo AI, allen atherogene risicomarkers.

Pour les diabétiques, le taux de cholestérol total ne doit pas dépasser 170 mg/dl et le taux de cholestérol LDL ou " mauvais" cholestérol ne doit pas dépasser 100 mg/dl.
Voor mensen met diabetes is het gehalte aan totale cholesterol best niet hoger dan 170 mg/dl en het gehalte aan LDL of ‘slechte’ cholesterol niet hoger dan 100 mg/dl.

C'est pour cette raison que le cholestérol LDL est appelé « mauvais cholestérol ».
LDL-cholesterol wordt dan ook 'slechte cholesterol' genoemd.

Le cholestérol LDL est très dangereux pour ces personnes, puisque le diabète implique déjà en soi un risque plus élevé de maladies cardiovasculaires.
De LDL-cholesterol is bij deze mensen extra schadelijk, omdat suikerziekte op zich al een groter risico van hart- en vaatziekten inhoudt.