Le métabolisme des œstrogènes et des progestatifs peut augmenter en cas d’utilisation concomitante de substances connues pour induire les enzymes métabolisant les médicaments, en particulier les enzymes P450, telles que les antiépileptiques (p. ex. phénobarbital, carbamazépine, phénytoïne) et les anti-infectieux (p. ex. rifampicine, rifabutine, névirapine, éfavirenz).
Het metabolisme van oestrogenen en progestagenen kan toenemen bij gelijktijdig gebruik van inductoren van geneesmiddelmetaboliserende enzymen, in het bijzonder de P450 enzymen, zoals anticonvulsiva (bijv. fenobarbital, carbamazepine, fenytoïne) en anti-infectieuze middelen (bijv. rifampicine, rifabutine, nevirapine, efavirenz).