Pour augmenter la certitude que la patiente n’est pas enceinte au moment de la première administration, il est recommandé d’administrer cette injection durant les 5 premiers jours qui suivent le début d’une période menstruelle normale; dans les 5 jours post-partum si la patiente n’allaite pas; après ou à la sixième semaine post-partum si la patiente allaite.
Om zekerder te zijn dat de patiënte niet zwanger is op het ogenblik van de eerste toediening, wordt aanbevolen deze injectie toe te dienen tijdens de eerste 5 dagen die volgen op het begin van een normale menstruatiecyclus; binnen de 5 dagen postpartum indien geen borstvoeding gegeven wordt; na of tijdens de zesde week postpartum indien er borstvoeding gegeven wordt.