Chez les patients en décompensation cardiaque, le captopril entraîne une diminution de la résistance vasculaire périphérique (post-charge), une dilatation des vaisseaux de capacité vasculaire veineuse, un abaissement de la pression capillaire pulmonaire (pré-charge), une augmentation du débit cardiaque, une diminution des taux plasmatiques d'aldostérone et un accroissement de la tolérance à l'effort.
Bij patiënten met hartdecompensatie veroorzaakt captopril een vermindering van de perifere vaatweerstand (afterload), een dilatatie van de veneuze capaciteitsvaten, een verlaging van de pulmonale capillaire druk (preload), een toename van het hartdebiet, een vermindering van de plasmatische aldosteronspiegels en een toename van de inspanningstolerantie.