Dans l’article 4, § 5, le montant forfaitaire de 25 BEF qui est porté en compte comme intervention commune des bénéficiaires dans le coût des fournitures pharmaceutiques remboursables par l’INAMI, est majoré d’un montant de 3 BEF qui doit être pris en charge par le patient comme intervention personnelle pour les spécialités pharmaceutiques tant remboursables que non remboursables.
In artikel 4, § 5 wordt het forfaitair bedrag van 25 BEF dat wordt aangerekend als gezamenlijk aandeel van de rechthebbenden in de kosten van de door het RIZIV vergoedbare farmaceutische verstrekkingen, verhoogd met een bedrag van 3 BEF dat door de patiënt ten laste moet worden genomen als persoonlijk aandeel zowel voor de vergoedbare als niet vergoedbare farmaceutische specialiteiten.