D’après des études pharmacologiques précliniques, la rimexolone ne modifie pas la sensibilité des récepteurs à la tryptamine-D, a1-adrénergiques post-synaptiques, muscariniques M2 et histaminiques H1 vis-à-vis de leurs agonistes respectifs, ce qui indique que l'on ne doit normalement pas s'attendre à une modification de la réponse tissulaire périphérique.
Preklinisch farmacologisch onderzoek toont aan dat rimexolone de sensitiviteit van de tryptamine-D, post-synaptische a 1 -adrenerge, muscarine M 2 en H 1 -histamine receptoren ten opzichte van hun respectieve agonisten niet wijzigt, wat aangeeft dat een gewijzigde perifere weefselrespons normaal niet moet worden verwacht.