Au 24 ème mois de l’étude d’extension, après 5 ans de traitement par le denosumab, la DMO a augmenté de 13,8 % pour la colonne vertébrale, de 7,0 % pour la hanche entière, de 6,2 % pour le col du fémur et de 9,7 % pour le trochanter pour le groupe traité au long terme par rapport aux résultats de l’étude pivot initiale.
In maand 24 van het extensieonderzoek, dat wil zeggen na 5 jaar behandeling met denosumab, was de BMD bij de langdurig gevolgde groep toegenomen met 13,8% in de lumbale wervelkolom, met 7,0% in de totale heup, met 6,2% in de femurhals en met 9,7% in de trochanter in vergelijking met de BMD voor de start van het hoofdonderzoek.