Chez les volontaires sains, les études d’interactions cliniques ont montré que la rifaximine ne modifie pas significativement la pharmacocinétique des substrats du CYP3A4 ; toutefois, chez les patients présentant une altération de la fonction hépatique, il ne peut pas être exclu que la rifaximine puisse diminuer l’exposition aux substrats du CYP3A4 administrés de façon concomitante (par exemple warfarine, antiépileptiques, anti-arythmiques), en raison de l’exposition systémique plus élevée que chez les sujets sains.
Bij gezonde proefpersonen toonde klinische studies naar geneesmiddelinteracties aan dat rifaximine geen significante invloed had op de farmacokinetiek van CYP3A4-substraten. Bij patiënten met een leverfunctiestoornis daarentegen, kan niet worden uitgesloten dat rifaximine de blootstelling aan gelijktijdig toegediende CYP3A4-substraten (bijv. warfarine, anti-epileptica, anti-arrhythmica) kan verminderen, vanwege de grotere systemische blootstelling in vergelijking met gezonde proefpersonen.