En cas de substitution, d’arrêt ou d’interruption d’un traitement prolongé, les risques suivants doivent être pris en considération : phénomène de rebond de la polyarthrite rhumatoïde, insuffisance surrénalienne aiguë (notamment dans les situations de stress, comme par exemple au cours des infections, après un accident, avec une contrainte physique accrue), syndrome de sevrage cortisonique.
In geval van substitutie, beëindiging of stoppen met langdurige behandeling dient men de volgende risico’s te overwegen: Het terugkomen van de ziekte-activiteit van reumatoïde artritis, acuut adrenaal falen (met name in stressrijke situaties, bijv. tijdens infecties, na ongelukken, bij verhoogde lichamelijke spanning), cortisonontwennigssyndroom.