Le législateur a raisonnablement pu considérer que, lorsqu'une personne demande son affiliation auprès d'un service « indemnités journalières », ces critères empêchent qu'il soit tenu compte des maladies et affections préexistantes, en vue de fixer les cotisations.
De wetgever vermocht redelijkerwijs aan te nemen dat, wanneer een persoon zijn aansluiting vraagt bij een dienst “dagvergoedingen”, die criteria verhinderen dat bij het bepalen van de bijdragen rekening wordt gehouden met reeds bestaande ziekten en aandoeningen.