Traduction de «son métabolisme hépatique » (Français → Néerlandais) :

Son métabolisme hépatique la transforme partiellement en morphine.
Door metabolisatie in de lever wordt het gedeeltelijk omgezet in morfine.

Lors d'association avec l'acide acétylsalicylique, phénylbutazone (modification des liaisons aux protéines plasmatiques), disulfiram (inhibition enzymatique), dérivés de la dicoumarine (biotransformation de la phénytoïne diminuée et son taux plasmatique augmenté), isoniazide, P.A.S (interférence du métabolisme hépatique), cyclosérine (interférence du métabolisme hépatique), éthosuximide (inhibition enzymatique), diazépam, acide valproïque (déplacement des liaisons avec les protéines sériques), chloramphénicol (inhibition du métabolisme hépatique), cimétidine (inhibition du métabolisme hépatique), dextropropoxyphène (biotransformation de la phénytoïne diminuée et son taux plasmatique augmenté), antidépresseurs tricycliques (biotransformation de la phénytoïne diminuée et son taux plasmatique augmenté), inhibiteurs de la mono-amine-oxydase (inhibition du métabolisme de la phénytoïne et taux plasmatique augmenté).
Bij de associatie met acetylsalicylzuur, fenylbutazone (wijziging van bindingscapaciteiten van de plasma eiwitten), disulfiram (enzymatische inhibitie), dicoumarine derivaten (verminderde biotransformatie van fenytoïne en gestegen plasmaspiegels), isoniazide, P.A.S (interferentie met levermetabolisme), cycloserine (interferentie met levermetabolisme), ethosuximide (enzymatische inhibitie), diazepam, valproïnezuur (verplaatsing van de proteïnebindingen), chloramfenicol (inhibitie van het levermetabolisme), cimetidine (inhibitie van levermetabolisme), dextropropoxyfeen (verminderde biotransformatie van fenytoïne en gestegen plasmaspiegels), tricyclische antidepressiva (verminderde biotransformatie van fenytoïne en gestegen plasmaspiegels), mono-amine-oxydase remmers (inhibitie van het fenytoïne metabolisme en gestegen plasmaspiegels).

Chez les patients traités par l'acide acétylsalicylique (modification des liaisons plasmatiques), phénylbutazone (modification des liaisons aux protéines plasmatiques), disulfiram (inhibition enzymatique), dérivés de la dicoumarine (biotransformation de la phénytoïne diminuée et son taux plasmatique augmenté), isoniazide, P.A.S (interférence du métabolisme hépatique), cyclosérine (interférence du métabolisme hépatique), éthosuximide (inhibition enzymatique), diazépam, acide valproïque (déplacement des liaisons protéiques), chloramphénicol (inhibition du métabolisme hépatique), cimétidine (inhibition du métabolisme hépatique), dextropropoxyphène (biotransformation de la phénytoïne diminuée et son taux plasmatique augmenté), antidépresseurs tricycliques (biotransformation de la phénytoïne diminuée et son taux plasmatique augmenté).
Bij de patiënten behandeld met acetylsalicylzuur (wijziging van de plasmabindingen), fenylbutazone (wijziging van de plasmaproteïnebinding), disulfiram (enzymatische inhibitie), dicoumarinederivaten (biotransformatie van de verminderde fenytoïne en van haar toegenomen plasmawaade), Isoniazide, P.A.S (interferentie van het hepatisch metabolisme), cycloserine (interferentie van het hepatisch metabolisme), ethosuxmide (enzymatische inhibitie), diazepam, valproïnezuur (veplaatsing van de eiwitbindingen), chloramphenicol (inhibitie van het hepatisch metabolisme), dextropropoxyfeen (biotransformatie van de verminderde fenytoïne en haar toegenomen plasmawaarde), tricyclische antidepressoren (biotransformatie van de verminderde fenytoïne en haar toegenomen plasmawaarde).

Métabolisme : La sertraline et son principal métabolite, la N-déméthylsertraline, subissent tous deux un métabolisme hépatique intense.
Metabolisme: Sertraline en de voornaamste metaboliet, N-desmethylsertraline, ondergaan beide een verregaand levermetabolisme.

En raison de son mécanisme d’action et de l’absence de métabolisme hépatique, les doses ne doivent pas être modifiées chez l’insuffisant hépatique ; toutefois, il conviendra de surveiller étroitement le patient (voir rubriques 4.4 et 5.2).
Vanwege het werkingsmechanisme en het gebrek aan levermetabolisme moeten doses bij leverfunctiestoornis niet aangepast worden, maar moeten de patiënten zorgvuldig gecontroleerd worden (zie rubriek 4.4 en 5.2).

- Phénobarbital Le valproate augmente la concentration plasmatique de phénobarbital (en inhibant son métabolisme hépatique) ce qui peut entraîner une sédation, surtout chez les enfants.
- Fenobarbital Valproaat verhoogt de fenobarbital-plasmaconcentratie (als gevolg van de inhibitie van de hepatische afbraak) en sedatie kan optreden, vooral bij kinderen.

d) Il existe un risque d'effet myélosuppresseur accru de l'azathioprine, résultant de l'inhibition de son métabolisme hépatique, si l'azathioprine est administrée en même temps que des dérivés de l'acide aminosalicylique tels que l'olsalazine, la mésalazine et la sulfasalazine (voir rubrique 4.4).
d) Het myelosuppressieve effect van azathioprine kan toenemen door remming van zijn levermetabolisme, als azathioprine tegelijk wordt toegediend met aminosalicylzuurderivaten zoals olsalazine, mesalazine en sulfasalazine (zie rubriek 4.4).

En ce qui concerne la vitamine E, seul l’αtocophérol joue un rôle particulier dans le métabolisme humain en raison de son stockage dans différents organes dont principalement le foie et de sa distribution progressive vers les tissus extra-hépatiques via l’incorporation dans les VLDL (review par Debier and Larondelle, 2005).
Wat betreft de vitamine E speelt enkel alpha-tocoferol een bijzondere rol in de menselijke stofwisseling omdat het in de verschillende organen wordt opgeslagen, vooral in de lever, en geleidelijk wordt verdeeld aan weefsels buiten de lever indien het wordt opgenomen in de VLDL (review van Debier and Larondelle, 2005).