Traduction de «stevens-johnson voir aussi » (Français → Néerlandais) :

Celle-ci disparaît souvent spontanément, mais dans de rares cas, elle peut évoluer vers une forme grave, p. ex. un syndrome de Stevens-Johnson [voir aussi «Syndrome d’hypersensibilité aux antiépileptiques» dans les Folia de novembre 1997].
Deze verdwijnt meestal spontaan, maar kan in zeldzame gevallen evolueren tot een ernstige aandoening, b.v. Stevens-Johnson syndroom [zie ook „Anti-epileptica en het anticonvulsant hypersensitivity syndrome” in de Folia van november 1997].

Syndrome de Lyell (nécrolyse épidermique toxique) (voir rubrique 4.4), syndrome de Stevens-Johnson (voir rubrique 4.4), pustulose exanthématique aiguë généralisée (voir rubrique 4.4), dermatite exfoliative, angioedème, oedème de la face, alopécie
Verhoogd alanineaminotransferase (zie rubriek 4.4), verhoogd aspartaataminotransferase (zie rubriek 4.4), verhoogd alkalische fosfatase in het bloed (zie rubriek 4.4) Huiduitslag (zie rubriek 4.4)

4.4), syndrome de Stevens-Johnson (voir rubrique 4.4), pustulose exanthématique aiguë généralisée (voir rubrique
Toxische epidermale necrolyse (zie rubriek 4.4), syndroom van Stevens-Johnson (zie rubriek 4.4), acute gegeneraliseerde exanthemateuze pustulose (zie rubriek

Stevens-Johnson (voir rubrique 4.4), pustulose exanthématique aiguë généralisée (voir rubrique 4.4), dermatite exfoliative, angioedème, oedème de la face, alopécie
Toxische epidermale necrolyse (zie rubriek 4.4), syndroom van Stevens-Johnson (zie rubriek 4.4), acute veralgemeende exanthemateuze pustulose (zie rubriek 4.4), exfoliatieve dermatitis, angiooedeem, gelaatsoedeem, alopecie

Nécrolyse épidermique toxique, qui est une forme plus sévère du syndrome de Stevens-Johnson (voir rubrique effets indésirables peu fréquents).
Toxische epidermale necrolyse, een ernstigere vorm van het Stevens-Johnsonsyndroom (zie bijwerkingen die soms optreden).

une maladie de la peau pouvant mettre en jeu le pronostic vital (syndrome de Stevens-Johnson) ; voir également les informations au début de la rubrique 4
een levensbedreigende huidreactie (Stevens–Johnson syndroom): zie ook de informatie

éruptions cutanées pouvant engager le pronostic vital caractérisées par la formation de cloques et une desquamation des muqueuses internes, telles que celles de la bouche et des organes génitaux, ulcères douloureux dans la bouche et/ou des aires génitales, accompagnés de fièvre, maux de gorge et fatigue (syndrome de Stevens-Johnson) (voir rubrique 2)
potentieel levensbedreigende huiduitslag gekenmerkt door de vorming van blaren en afschilfering van de huid en de binnenste oppervlakken van lichaamsholten, bijv. mond en genitaliën, pijnlijke zweren in de mond en/of genitale regio’s, geassocieerd met koorts, keelpijn en vermoeidheid (stevens-johnson-syndroom) (zie rubriek 2)

Un risque accru a aussi été constaté avec le paracétamol mais, selon les auteurs, il serait plutôt dû au fait que du paracétamol était administré lors de l’apparition des premiers symptômes (douleur, fièvre) d’un syndrome de Stevens-Johnson ou de Lyell. En cas de suspicion d’un syndrome de Stevens-Johnson ou de Lyell, le médicament suspecté doit être arrêté le plus rapidement possible, ce qui permet d’améliorer le pronostic vital.
Voor paracetamol werd eveneens een verhoogd risico gevonden; volgens de auteurs zou deze bevinding echter eerder kunnen verklaard worden doordat paracetamol werd ingenomen bij het optreden van de eerste symptomen (pijn, koorts) van het Stevens-Johnson-syndroom of Lyell-syndroom.

Diverses réactions d’hypersensibilité ont aussi été décrites avec l’allopurinol, telles que le syndrome de Stevens-Johnson, le syndrome de Lyell et le syndrome DRESS (Drug Reaction with Eosinophilia and Systemic Symptoms) [voir " Effets indésirables" dans l’Introduction du Répertoire et les Folia d' octobre 2009].
Ook met allopurinol zijn overgevoeligheidsreacties zoals stevens-johnsonsyndroom, lyellsyndroom en DRESS (Drug Reaction with Eosinophilia and Systemic Symptoms)-syndroom, beschreven [zie " Ongewenste effecten" in de Inleiding van het Repertorium, en Folia oktober 2009].

Données d’études cliniques Fréquent* : rash et exanthème Peu fréquent* : urticaire et prurit Données post-commercialisation Très rare : réactions cutanées telles qu’érythème polymorphe, syndrome de Stevens-Johnson, nécrose épidermique toxique, dermatite bulleuse et exfoliative et pustulose exanthémateuse généralisée aiguë (voir aussi Affections du système immunitaire)
Gegevens uit klinische studies Vaak *: huiduitslag en exantheem Soms *: urticaria en pruritus Postmarketing gegevens Zeer zelden: Huidreacties zoals erythema multiforme, Stevens-Johnson syndroom, toxische necrose van de epidermis, bulleuze en exfoliatieve dermatitis en acute veralgemeende exanthemateuze pustulosis (zie ook Aandoeningen van het immuunsysteem)