Si celle-ci est inférieure à 35 mm, l’implant est considéré comme un implant de surface pour un remplacement partiel du cartilage articulaire, si celle-ci est supérieure ou égale à 35 mm, l’implant est considéré comme une prothèse céphalique.
Indien deze kleiner is dan 35 mm dan wordt het implantaat beschouwd als een oppervlakteimplantaat voor een gedeeltelijke vervanging van het gewrichtskraakbeen., indien deze groter is dan of gelijk aan 35 mm dan wordt het implantaat beschouwd als een cefalische prothese.