Vertaling van "systémiques des β-bloquants oraux peuvent " (Frans → Nederlands) :

β-bloquants ophtalmiques Les effets systémiques des β-bloquants oraux peuvent être potentialisés lors de l’utilisation concomitante de β-bloquants ophtalmiques.
Oogheelkundige β-blokkers Systemische effecten van orale β-blokkers kunnen worden versterkt bij gelijktijdig gebruik met oogheelkundige β-blokkers.

β-bloquants ophtalmiques Les effets systémiques des β-bloquants oraux peuvent être potentialisés lors de l’utilisation concomitante de β- bloquants ophtalmiques.
Oogheelkundige β-blokkers Systemische effecten van orale β-blokkers kunnen worden versterkt bij gelijktijdig gebruik met oogheelkundige β-blokkers.

Bêta-bloquants oraux Lorsque Timo-COMOD 0,25 % & 0,5 % collyre est administré à des patients recevant un agent bêta-bloquant oral, la diminution de la pression intraoculaire ainsi que les effets du bêtablocage systémique peuvent être intensifiés.
Orale bètablokkers Bij patiënten die reeds oraal een bètablokker krijgen en die ook Timo-COMOD 0,25 % & 0.5 % oogdruppels toegediend krijgen, kan de vermindering van de intra-oculaire druk door timolol versterkt worden, alsook de gekende systemische effecten van de bètablokkage op het systeem.

sulfamidés antibactériens, ß-bloquants, anti-inflammatoires non stéroïdiens, anticoagulants oraux, tramadol, dextropropoxyphène, IECA, sartans, dérivés azoliques (inhibiteurs du CYP3A4), même par voie vaginale ou sous forme de gel buccal, l’alcool: peuvent renforcer l’effet hypoglycémiant inducteurs enzymatiques CYP3A4: peuvent diminuer l’effet hypoglycémiant ß-bloquants: peuvent également masquer certains symptômes de l’hypoglycémie tels que les palpitations et les tremblements anticoagulants oraux: augmentation possible de l’INR
antibacteriële sulfamiden, ß-blokkers, NSAID’s, orale anticoagulantia, tramadol, dextropropoxyfeen, ACE-inhibitoren, sartanen, azoolderivaten (CYP3A4 inhibitoren), zelfs bij vaginale toedieningsvorm of onder de vorm van mondgel, alcohol: kunnen het hypoglykemiërend effect versterken CYP3A4 enzyminductoren: kunnen het hypoglykemiërend effect verminderen ß-blokkers: kunnen sommige symptomen van hypoglykemie maskeren, zoals palpitaties en tremoren orale anticogulantia: het INR kan oplopen

INHIB. DE LA TRANSCRIPTASE REVERSE 0,7% 5 0,1% 0 0,0% 145 38 J01CA PENICILLINES A LARGE SPECTRE 0,7% 5 0,0% 5 0,4% 52 39 N02AB DERIVES DE LA PHENYLPIPERIDINE 0,7% 5 0,0% 1 0,1% 102 40 R03BA GLUCOCORTICOIDES 0,7% 5 0,0% 5 0,4% 47 41 C01DX AUTRES VASODILATATEURS POUR MALADIES CARDIAQUES 0,7% 5 0,0% 12 1,0% 27 42 J01GB AUTRES AMINOGLYCOSIDES 0,7% 5 0,2% 0 0,0% 182 43 H03AA HORMONES THYROIDIENNES 0,7% 5 0,1% 51 4,4% 5 44 R03BB ANTICHOLINERGIQUES 0,6% 5 0,0% 6 0,5% 43 45 N04BC AGONISTES DE LA DOPAMINE 0,6% 5 0,0% 2 0,1% 96 46 J07BB VACCINS ANTI-INFLUENZA 0,6% 5 0,0% 0 0,0% 133 47 C01BC ANTIARYTHMIQUES, CLASSE IC 0,6% 4 0,0% 5 0,4% 50 48 A02BA ANTIHISTAMINIQUES H2 0,6% 4 0,0% 10 0,9% 31 49 J01AA TETRACYCLINES 0,6% 4 0,1% 4 0,4% 56 50 A10AB INSULINES ET ANALOGUES A ACTION RAPIDE 0,6% 4 0,0% 4 0,3% 60 51 C07AA BETA-BLOQUANTS NON SELECTIFS 0,5% 4 0,0% 15 1,3% 15 52 H02AB GLUCOCORTICOIDES 0,5% 4 0,0% 9 0,8% 33 53 A07EC MESALAZINE ET SIMILAIRES 0,5% 4 0,0% 4 0,4% 59 54 C07AG ALPHA- ET BETA-BLOQUANTS 0,5% 3 0,0% 5 0,4% 53 55 D01BA ANTIMYCOSIQUES A USAGE SYSTEMIQUE 0,4% 3 0,0% 2 0,2% 82 56 L02BB ANTI-ANDROGENES 0,4% 3 0,0% 1 0,1% 121 57 C07BB BETA-BLOQUANTS SELECTIFS ET THIAZIDES 0,4% 3 0,0% 10 0,9% 32 58 N04BA DOPA ET SES DERIVES 0,4% 3 0,0% 2 0,2% 87 59 N03AG DERIVES DES ACIDES GRAS 0,4% 3 0,0% 3 0,2% 74 60 C03DA ANTAGONISTES DE L'ALDOSTERONE 0,4% 3 0,0% 5 0,4% 49 61 A10BX AUTRES HYPOGLYCEMIANTS ORAUX 0,4% 3 0,0% 4 0,3% 61
VAN HET REVERSE TRANSCRIPTASE 0,7% 5 0,1% 0 0,0% 145 38 J01CA PENICILLINES MET BREED SPECTRUM 0,7% 5 0,0% 5 0,4% 52 39 N02AB FENYLPIPERIDINEDERIVATEN 0,7% 5 0,0% 1 0,1% 102 40 R03BA GLUCOCORTICOIDEN 0,7% 5 0,0% 5 0,4% 47 41 C01DX OVERIGE VASODILATANTIA BIJ HARTZIEKTEN 0,7% 5 0,0% 12 1,0% 27 42 J01GB OVERIGE AMINOGLYCOSIDEN 0,7% 5 0,2% 0 0,0% 182 43 H03AA SCHILDKLIERHORMONEN 0,7% 5 0,1% 51 4,4% 5 44 R03BB PARASYMPATHICOLYTICA 0,6% 5 0,0% 6 0,5% 43 45 N04BC DOPAMINE-AGONISTEN 0,6% 5 0,0% 2 0,1% 96 46 J07BB INFLUENZAVACCINS 0,6% 5 0,0% 0 0,0% 133 47 C01BC ANTI-ARITMICA (KLASSE IC) 0,6% 4 0,0% 5 0,4% 50 48 A02BA H2-RECEPTORBLOKKERENDE MIDDELEN 0,6% 4 0,0% 10 0,9% 31 49 J01AA TETRACYCLINES 0,6% 4 0,1% 4 0,4% 56 50 A10AB SNELWERKENDE INSULINES EN ANALOGEN 0,6% 4 0,0% 4 0,3% 60 51 C07AA BETA-BLOKKERS, NIET-SELECTIEVE 0,5% 4 0,0% 15 1,3% 15 52 H02AB GLUCOCORTICOIDEN 0,5% 4 0,0% 9 0,8% 33 53 A07EC MESALAZINE EN VERWANTE VERBINDINGEN 0,5% 4 0,0% 4 0,4% 59 54 C07AG ALFA- EN BETA-BLOKKERS 0,5% 3 0,0% 5 0,4% 53 55 D01BA ANTIMYCOTICA VOOR SYSTEMISCH GEBRUIK 0,4% 3 0,0% 2 0,2% 82 56 L02BB ANTI-ANDROGENEN 0,4% 3 0,0% 1 0,1% 121 57 C07BB SELECTIEVE BETA-BLOKKERS MET THIAZIDEN 0,4% 3 0,0% 10 0,9% 32 58 N04BA DOPA EN -DERIVATEN 0,4% 3 0,0% 2 0,2% 87 59 N03AG VETZUURDERIVATEN 0,4% 3 0,0% 3 0,2% 74 60 C03DA ALDOSTERONANTAGONISTEN 0,4% 3 0,0% 5 0,4% 49 61 A10BX OVERIGE ORALE HYPOGLYKEMIERENDE MIDDELEN 0,4% 3 0,0% 4 0,3% 61 62 A10BA BIGUANIDEN 0,4% 3 0,0% 14 1,3% 18

L'effet sur la pression intraoculaire et les effets connus des bêta-bloquants systémiques peuvent être potentialisés lorsque le timolol est administré à des patients recevant déjà un bêta-bloquant systémique.
Het effect op de intra-oculaire druk of de bekende effecten van systemische bètablokkers kunnen versterkt zijn indien timolol toegediend wordt aan patiënten die reeds behandeld worden met een systemische bètablokker.

Traitement concomitant L'effet sur la pression intraoculaire ou les effets connus des bêta-bloquants par voie systémique peuvent être majorés en cas d'administration de timolol à des patients recevant déjà un bêta-bloquant systémique.
Gelijktijdig gebruik met andere geneesmiddelen Het effect op de intraoculaire druk of de bekende effecten van systemische bètablokkade kunnen worden versterkt als timolol aan patiënten wordt gegeven die reeds een systemische bèta-blokker gebruiken.

L'effet sur la pression intra-oculaire ou les effets connus des bêta-bloquants systémiques peuvent être potentialisés lorsque le timolol est administré à des patients déjà traités par un bêta-bloquant systémique.
Het effect op de intraoculaire druk of de bekende effecten van systemische bètablokkade kunnen versterkt worden, wanneer timolol wordt gegeven aan patiënten die al een systemische bètablokker krijgen.

L'effet sur la pression intraoculaire et les effets connus de bêta-bloquants systémiques peuvent être potentialisés lorsque Xalacom est administré à des patients recevant déjà un bêta-bloquant par voie orale. L'utilisation de deux ou plusieurs bêta-bloquants topiques n'est pas recommandée.
Het effect op de intraoculaire druk of de bekende effecten van systemische bètablokkers kunnen versterkt zijn indien Xalacom toegediend wordt aan patiënten die reeds behandeld worden met een orale bèta-adrenerge blokker, en het gebruik van twee of meer topische bèta-adrenerge blokkers wordt niet aanbevolen.

antidiabétiques oraux (ADO), inhibiteurs de la monoamine-oxydase (IMAO), ß-bloquants non sélectifs, inhibiteurs de l’enzyme de conversion (IEC), alcool, stéroïdes anabolisants et sulfamides: peuvent réduire les besoins en insuline. diurétiques thiazidiques, glucocorticoïdes, hormones thyroïdiennes et ß-sympathomimétiques: peuvent augmenter les besoins en insuline
orale antidiabetica, MAO-remmers, niet-selectieve ß-blokkers, ACE-inhibitoren, alcohol, anabole steroïden en sulfamiden: versterken de hypoglykemiërende werking van insuline en verminderen de behoefte aan insuline thiazidediuretica, glucocorticoïden, thyroïdhormonen, ß-sympathomimetica: verhogen de behoefte aan insuline