■ La subvention de l’État (80% des dépenses des VIPO et de leurs personnes à charge) était répartie entre les organismes assureurs au prorata du nombre de titulaires concernés, tels que pensionnés, veufsveuves, invalides et chômeurs (C) (3) , nombre auquel était appliqué le taux de correction suivant : (V + I + P+C) x ((V + 1,5 I + P+0,8 C)/TIP).
■ De Rijkstegemoetkoming (80 % van de uitgaven voor de WIGW en hun personen ten laste) werd onder de verzekeringsinstellingen verdeeld naar rata van het aantal betrokken gerechtigden zoals gepensioneerden, weduwnaars-weduwen, invaliden en werklozen (WE) (3) ; op dat aantal werd het volgende correctiepercentage toegepast: (W + I + G + WE) x ((W + 1,5I + G + 0,8WE) / PUG).