Dans cette population difficile à traiter, Rasilez HCT a induit une diminution de la pression artérielle (systolique/diastolique) de 15,8/11,9 mmHg comparée à 15,4/11,3 mmHg pour l’irbésartan/hydrochlorothiazide, 13,6/10,3 mmHg pour l’amlodipine/hydrochlorothiazide et 8,6/7,9 mmHg pour l’hydrochlorothiazide en monothérapie, avec un profil de tolérance comparable à celui de l’hydrochlorothiazide en monothérapie.
Bij deze moeilijk te behandelen populatie leidde Rasilez HCT tot een bloeddrukdaling (systolische/diastolische) van 15,8/11,9 mmHg ten opzichte van 15,4/11,3 mmHg voor irbesartan/hydrochloorthiazide, 13,6/10,3 mmHg voor amlodipine/hydrochloorthiazide en 8,6/7,9 mmHg voor een monotherapie met hydrochloorthiazide, waarbij de veiligheid vergelijkbaar was met die van de monotherapie met hydrochloorthiazide.