Traduction de «trachée et l’oesophage » (Français → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

gastro-oesophagien | qui se rapporte à l'estomac et à l'oesophage
gastro-oesofageaal | met betrekking tot maag en slokdarm

régurgitation | retout des aliments (de l'estomac ou de l'oesophage)
regurgitatie | terugstroming

oesophagite | inflammation de l' oesophage
oesophagitis | ontsteking van de slokdarm

Anomalie du cartilage trachéal Atrésie de la trachée Dilatation | Malformation | Sténose | congénitale de la trachée | Trachéocèle congénitale
anomalie van tracheakraakbeen | congenitale | dilatatie | van trachea | congenitale | misvorming | van trachea | congenitale | stenose | van trachea | congenitale | tracheokèle | van trachea | trachea-atresie

brûlure du larynx et/ou de la trachée
verbranding van larynx en/of trachea

corps étranger dans la trachée
vreemd voorwerp in trachea

brûlure de la trachée
verbranding van trachea

brûlure du larynx, de la trachée et du poumon
verbranding van larynx, trachea en long

tumeur maligne de la trachée
maligne neoplasma van trachea

cartilage de la trachée
tracheaal kraakbeen

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

a) la trachée et l’oesophage doivent rester intacts lors de la saignée, sauf s’il s’agit d’un abattage selon un rite religieux;
a) de luchtpijp en de slokdarm moeten tijdens het verbloeden intact blijven, behalve bij rituele slachtingen;

1.12. «viscères»: les organes des cavités thoracique, abdominale et pelvienne, ainsi que la trachée et l’oesophage et, pour les oiseaux, le jabot;
1.12. Ingewanden: de organen uit de borst-, buik- en bekkenholte, evenals de luchtpijp en de slokdarm, en, bij vogels, de krop.

Codes ICD 9 140 Lèvre 141 Langue 142 Glandes salivaires 143 Plancher de la bouche 144 Cavité buccale 145 Oropharynx 146 Rhinopharynx 147 Hypopharynx 148 Pharynx S.A.I. * 150 Oesophage 151 Estomac 152 Intestin grêle 153 Colon 154 Rectum 155 Foie (localisation primitive) - vésicule biliaire - voies billaires 156 Foie (métastases) 157 Pancréas 158 Tissu retropéritonéal - Péritoine 159 Appareil digestif S.A.I. * 160 Nez - sinus - oreille (interne et moyenne) 161 Larynx 162 Poumon - trachée - bronches - plèvre 163 Poumon - S.A.I. * tumeur primitive ou métastase 164 Médiastin 165 Poumon - trachée - bronches - plèvre (métastases) 170 Sein 171 Col utérin 172 Corps untérin 173 Autres parties de l'utérus 174 UterusS.A.I. * 175 Ovaire - trompe - ligament large 176 Autres organes génitaux féminins 177 Prostate 178 Testicules 179 Autres organes génitaux masculins 180 Rein - uretère 181 Vessie - urètre 190 Peau : mélanome 191 Peau : autres tumeurs de la peau 192 Oeil 193 Système nerveux 194 Thyroïde 195 Autres glandes endocrines 196 Os 197 Tissu conjonctif 198 Métastases ganglionaires 199 Localisations autres ou inconnues 200 Réticulosarcome - Lymphosarcome - Lymphome S.A.I. * 201 Maladie de Hodgkin 202 Autres lymphomes 203 Myelome multiple 204 Leucémies 205 Mycosis fongoïde
140 Lip 141 Tong 142 Speekselklieren 143 Mondbodem 144 Mondholte 145 Orofarynx 146 Nasofarynx 147 Hypofarynx 148 Farynx Z.N.A.* 150 Slokdarm 151 Maag 152 Dunne Darm 153 Dikke Darm 154 Rectum 155 Lever (primaire tumor) - Galblaas - Galwegen 156 Levermetastasen 157 Pancreas 158 Peritoneum - Retroperitoneaalweefsel 159 Spijsverteringsstelsel Z.N.A.* 160 Neus - Sinus - Oor (midden- en binnenoor) 161 Larynx 162 Long - Trachea - Bronchus - Pleura 163 Long - Z.N.A.* primaire tumor of metastasen 164 Mediastinum 165 Long - Trachea - Bronchus - Pleura (metastasen) 170 Borst 171 Baarmoederhals 172 Baarmoederlichaam 173 Andere delen van de uterus 174 Uterus Z.N.A.* 175 Ovarium - Tuba - Ligamentum latum 176 Andere vrouwelijke geslachtsorganen 177 Prostaat 178 Zaadbal 179 Andere mannelijke geslachtsorganen 180 Nier - Ureter 181 Blaas - Urethra 190 Huid: melanoma 191 Huid: andere huidtumoren 192 Oog 193 Zenuwstelsel 194 Schildklier 195 Andere endocriene klieren 196 Beenderen 197 Bindweefsel 198 Metastasen t.h.v. lymfeknopen 199 Andere of niet gekende localisaties 200 Reticulosarcoma - Lymfosarcoma - Lymfoom Z.N.A.* 201 Ziekte van Hodgkin 202 Andere vormen van lymfoom 203 Multipel myeloom 204 Leukemie 205 Mycosis fungoïdes

- infection fongique sévère des muqueuses (infection fongique sévère au niveau de la cavité buccale et du pharynx, de l’oesophage, des ramifications de la trachée et des poumons (sans pénétration des germes pathogènes).
- ernstige schimmelinfectie van het slijmvlies (ernstige schimmelinfectie ter hoogte van monden keelholte, ter hoogte van de slokdarm en ter hoogte van luchtpijpvertakking en longen (zonder dat de ziektekiemen binnendringen)).

Infections fongiques sévères au niveau de l’oesophage, des ramifications de la trachée et des poumons (sans pénétration des germes pathogènes) : La dose efficace usuelle est de 100 mg par jour, administrée pendant 14 à 30 jours.
Ernstige schimmelinfecties ter hoogte van de slokdarm en ter hoogte van de luchtpijpvertakking en longen (zonder dat de ziektekiemen binnendringen): De gebruikelijke werkzame dosis is 100 mg per dag, toegediend gedurende 14-30 dagen.