Traduction de «variation réelle moyenne ajustée du vems » (Français → Néerlandais) :

La variation réelle moyenne ajustée du VEMS en pourcentage de la valeur théorique depuis l’inclusion sur les 3 cycles de traitement, était de 2,05 et de -0,66 dans les groupes Cayston et solution de tobramycine pour nébulisation, respectivement (différence entre les traitements : 2,70 ; p = 0,0023 ; IC à 95 % : 0,98, 4,43).
De aangepaste gemiddelde feitelijke verandering ten opzichte van de aanvangswaarde voor het percentage FEV 1 van voorspeld voor de 3 behandelingskuren bedroeg 2,05 en -0,66 in respectievelijk de groep met Cayston en de groep met verneveloplossing met tobramycine (verschil in behandeling: 2,70; p=0,0023; 95%-BI: 0,98; 4,43).

La variation moyenne ajustée du VEMS en pourcentage de la valeur théorique, exprimée en pourcentage, entre l’inclusion et le J 28 était de 8,35 et de 0,55 dans les groupes Cayston et solution de tobramycine pour nébulisation, respectivement (différence entre les traitements : 7,80 ; p = 0,0001 ; IC à 95 % : 3,86, 11,73).
De aangepaste gemiddelde procentuele verandering in percentage FEV 1 van voorspeld op Dag 28 ten opzichte van de aanvangswaarde bedroeg 8,35 en 0,55 in respectievelijk de groep met Cayston en de groep met verneveloplossing met tobramycine (verschil in behandeling: 7,80; p=0,0001; 95%-BI: 3,86; 11,73).

Dans une analyse groupée des données à la semaine 52 des études HZC102970 et HZC102871, une amélioration de la moyenne ajustée du VEMS résiduel (42 ml IC 95%:19 ; 64 ml, p< 0,001) de l’association furoate de fluticasone/vilanterol 92/22 microgrammes a été observée comparativement au vilanterol 22 microgrammes.
gecorrigeerde gemiddelde dal-FEV 1 (42 ml 95% BI: 19; 64 ml; p< 0,001).

Au Jour 168, le furoate de fluticasone/vilanterol 92/22 microgrammes et le vilanterol ont amélioré la moyenne ajustée du VEMS pondérée au cours des 4 heures suivant la prise du traitement de 193ml (IC 95%:156 ; 230 ml ; p< 0,001) et de 145 ml (IC 95%:108 ; 181 ml ; p< 0,001) respectivement, comparativement au placebo.
Bij fluticasonfuroaat/vilanterol 92/22 microgram was de dal-FEV 1 46 ml hoger dan bij vilanterol (95% BI: 8; 83 ml; p=0,017).

Une amélioration de la moyenne ajustée du VEMS résiduel a également été observée (44 ml IC 95%:15 ; 73ml ; (p=0,003) dans ce sous groupe à la semaine 52 pour la comparaison du furoate de fluticasone/vilanterol 92/22 microgrammes par rapport au vilanterol 22 microgrammes.
Verbeteringen werden in deze subgroep in week 52 ook gezien bij vergelijking van fluticasonfuroaat/vilanterol 92/22 microgram met vilanterol 22 microgram ten aanzien van de gecorrigeerde gemiddelde dal-FEV 1 (44 ml, 95% BI: 15; 73 ml; (p=0,003)).

Une variation de la moyenne des moindres carrés du VEMS résiduel (24 heures après prise du traitement) par rapport à l’inclusion de 281 ml chez les sujets du groupe furoate de fluticasone/vilanterol et de 300 ml chez les sujets du groupe salmétérol/FP a été mesurée ; la différence de la moyenne ajustée de 19 ml (IC 95%:-0,073; 0,034) n’était pas statistiquement significative (p=0,485).
Voor dal-FEV 1 bereikten proefpersonen in de fluticasonfuroaat/vilanterolgroep een LS gemiddelde verandering t.o.v. de baseline van 281 ml en de proefpersonen in de salmeterol/FP-groep bereikten een verandering van 300 ml (het gecorrigeerde gemiddelde verschil van 19 ml (95% BI: -0,073; 0,034) was statistisch niet significant (p=0,485)).

Variation par rapport aux valeurs initiales -0,77 -1,03 0,14 (moyenne ajustée) Différence par rapport au placebo (moyenne ajustée) (IC 95 %)
(gecorrigeerd gemiddelde) Verschil ten opzichte van placebo -0,91 b -1,16 b (gecorrigeerd gemiddelde) (95%-BI) (-1,09; -0,73) (-1,34; -0,98) N.v.t. c

Variation moyenne ajustée par rapport à l'inclusion, ajustée en fonction de la valeur initiale (ANCOVA).
Gecorrigeerde gemiddelde verandering ten opzichte van baseline gecorrigeerd voor de baselinewaarde (ANCOVA).

Des diminutions de l’HbA1c ont été observées dans différents sous-groupes constitués avant traitement en fonction du sexe, de l’âge, de la race et de l’indice de masse corporelle (IMC) et des valeurs élevées initiales de HbA1c ont été associées à une variation moyenne ajustée par rapport à la valeur initiale plus importante avec la saxagliptine.
Verlagingen van HbA1c werden waargenomen bij subgroepen waaronder geslacht, leeftijd, ras, en de baseline bodymass index (BMI), en hogere baseline HbA1c werd geassocieerd met een grotere gecorrigeerde gemiddelde verandering ten opzichte van baseline met saxagliptine.

De nouveau, l’éventail large des doses réelles utilisées, de 18,5 à 85,7 UI/kg (moyenne ± DS de 38,6 ± 15,9 et médiane de 32,1 UI/kg) a entraîné une variation substantielle au niveau des taux de récupération observés.
Nogmaals leverde de verscheidenheid van werkelijk toegediende doses, tussen 18,5 en 85,7 IE/kg (gemiddelde ± SD van 38,6 ± 15,9 en mediaan van 32,1 IE/kg) een substantiële variatie op in de geobserveerde recoveryniveaus.