qui veille aux divers aspects de l’administration d’insuline, de l’autogestion et de l’autosurveillance, si le patient ne peut (sous les conditions définies à l’article 4, § 4) veiller luimême à ceux-ci à cause de limitations physiques ou psychiques.
wie instaat voor de diverse aspecten van de insulinetoediening, de zelfregulatie en de zelfcontrole, indien de patiënt (onder de voorwaarden die worden omschreven in artikel 4 § 4) omwille van fysieke of psychische beperkingen hier niet zelf voor kan instaan.