Vertaling van "vih-1 de laboratoire étaient comprises " (Frans → Nederlands) :

Les valeurs médianes ou moyennes de la CE 50 de la lamivudine sur les souches VIH-1 de laboratoire étaient comprises entre 0,007 et 2,3 µM.
De mediane of de gemiddelde EC 50 -waarden voor lamivudine tegen laboratoriumstammen van HIV-1 varieerden van 0,007 tot 2,3 μM.

Pour l’abacavir, la CE 50 moyenne sur les souches de laboratoire de VIH-1IIIB et VIH-1HXB2 étaient comprises entre 1,4 et 5,8 µM.
De gemiddelde EC 50 voor abacavir tegen laboratoriumstammen van HIV-1IIIB en HIV-1HXB2 varieerde van 1,4 tot 5,8 μM.

La CE 50 moyenne sur les souches VIH-2 de laboratoire (LAV-2 et EHO) étaient comprises entre 1,57 et 7,5 µM pour l'abacavir et entre 0,16 et 0,51 µM pour la lamivudine.
De gemiddelde EC 50 tegen laboratoriumstammen van HIV-2 (LAV2 en EHO) varieerde van 1,57 tot 7,5 μM voor abacavir en van 0,16 tot 0,51 μM voor lamivudine.

L’activité antivirale de l’emtricitabine contre les isolats cliniques et de laboratoire du VIH-1 a été évaluée sur des lignées de cellules lymphoblastoïdes, sur la lignée cellulaire MAGI-CCR5 et sur les cellules mononucléées du sang périphérique. Les valeurs de concentration efficace à 50 % (CE 50 ) pour l’emtricitabine étaient comprises entre 0,0013 et 0,64 µM.
De antivirale werking van emtricitabine tegen laboratoriumisolaten en klinische isolaten van HIV-1 werd onderzocht in lymfoblastoïde cellijnen, de MAGI-CCR5-cellijn en mononucleaire cellen uit

Données relatives au VIH Activité antivirale in vitro vis-à-vis du VIH : La concentration de ténofovir nécessaire pour produire une inhibition de 50% (CE 50 ) des souches sauvages de laboratoire du VIH-1 IIIB est comprise entre 1 et 6 µmol/l dans les lignées cellulaires lymphoïdes et s’élève à 1,1 µmol/l vis-à-vis des isolats primaires du VIH-1 de sous-type B dans les CMSP.
Gegevens met betrekking tot HIV Antivirale werking tegen HIV in vitro: De tenofovirconcentratie die nodig is voor 50% remming (EC 50 ) van de wild-type laboratoriumstam HIV-1 IIIB is 1-6 µmol/l in lymfoïde cellijnen en 1,1 µmol/l tegen primaire HIV-1 subtype B-isolaten in PBMC’s.

Pour la lamivudine, les CE 50 dans les cellules mononucléaires du sang périphérique étaient comprises entre 0,001 et 0,170 µM pour les sous-types (A-G) du VIH-1, entre 0,030 et 0,160 µM pour le Groupe O et entre 0,002 et 0,120 µM pour les isolats de VIH-2.
Voor lamivudine varieerden de EC 50 -waarden tegen HIV-1 subtypen (A-G) van 0,001 tot 0,170 μM, tegen Groep O van 0,030 tot 0,160 μM en tegen HIV-2 isolaten van 0,002 tot 0,120 μM in perifere mononucleaire bloedcellen.

Les CE 50 de l'abacavir pour les sous-types (A-G) du groupe M du VIH-1 étaient comprises entre 0,002 et 1,179 µM, entre 0,022 et 1,21 µM pour le Groupe O et entre 0,024 et 0,49 µM pour les isolats de VIH-2.
De EC 50 -waarden van abacavir tegen HIV-1 Groep M-subtypen (A-G) varieerden van 0,002 tot 1,179 μM, tegen Groep O van 0,022 tot 1,21 μM en tegen HIV-2 isolaten van 0,024 tot 0,49 μM.

Lors des études de laboratoire sur de jeunes chiens adultes, les valeurs moyennes de la demi-vie d’élimination étaient comprises entre 13,8 et 19,3 jours.
In laboratoriumstudies met jong volwassen honden was er een spreiding in de gemiddelde halfwaardetijd van 13,8 tot 19,3 dagen.