Vertaling van "souches de laboratoire " (Frans → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

greffe de cellules souches médullaires
hematopoïetische stamceltransplantatie

unité ultrasonique de récupération de cellules souches de tissu adipeux
ultrasoon apparaat voor stamcelwinning uit vetweefsel

Bronche souche
hoofdbronchus

Leucémie (à):blastocytes | cellules souches |
acute leukemie | met twee fenotypen (biphenotypic) | acute leukemie | van gemengde afkomst (mixed lineage) | acute leukemie | van tweevoudige afkomst (bilineal) | stamcelleukemie van onduidelijke afkomst

enzyme de récupération de cellules souches du tissu adipeux
enzym voor stamcelwinning uit vetweefsel

unité de récupération de cellules souches de tissu adipeux
apparaat voor stamcelwinning uit vetweefsel

déficit en cellules souches limbiques
limbale stamceldeficiëntie

virus de la diarrhée virale bovine, souche non cytopathique
bovien diarreevirus, niet-cytopathische strain

nécessaire de récupération de cellules souches de tissu adipeux
set voor stamcelwinning uit vetweefsel

Donneur de fractions sanguines telles que:cellules souches | lymphocytes | plaquettes
bloedbestanddelen zoals lymfocyten, trombocyten of stamcellen

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Activité antivirale in vitro Le darunavir est actif contre les souches de laboratoire et des isolats cliniques de VIH-1, ainsi que des souches de laboratoire de VIH-2 dans des modèles d’infection aiguë de lignées lymphocytaires T, de cellules mononucléées sanguines périphériques humaines et de monocytes/macrophages humains, avec des concentrations efficaces à 50% (CE 50 ) médianes comprises entre 1,2 et 8,5 nM (0,7 à 5,0 ng/ml).
Antivirale activiteit in vitro Darunavir vertoont activiteit tegen laboratoriumstammen en klinische isolaten van hiv-1 en laboratoriumstammen van hiv-2 in acuut geïnfecteerde T-cellijnen, humane perifere mononucleaire bloedcellen en humane monocyten/macrofagen met mediane EC 50 -waarden tussen 1,2 en 8,5 nM (0,7 tot 5,0 ng/ml).

In vitro : Des variants VIH-1 avec une sensibilité réduite au maraviroc ont été sélectionnés in vitro, par passage successif de deux souches virales à tropisme CCR5 (0 souche de laboratoire, 2 isolats cliniques).
In vitro: HIV-1 varianten met verminderde gevoeligheid voor maraviroc zijn in vitro geselecteerd, na seriële passage van twee CCR5-trope virussen (0 laboratoriumstammen, 2 klinische isolaten).

Chlorhydrate de rilpivirine : Sur un panel de 67 souches de laboratoire recombinantes du VIH-1 ne comprenant, sur le gène de la TI, qu’une mutation à une position associée à une résistance aux INNTI, y compris les mutations les plus fréquemment observées K103N et Y181C, la rilpivirine a montré une activité antivirale contre 64 (96 %) de ces souches.
Rilpivirinehydrochloride: In een verzameling van 67 recombinante HIV-1-laboratoriumstammen met één resistentie-geassocieerde mutatie op RT-posities die in verband worden gebracht met NNRTI-resistentie, waaronder de meest voorkomende mutaties K103N en Y181C, vertoonde rilpivirine een antivirale werking tegen 64 (96%) van deze stammen.

Résistance croisée Virus présentant des mutations de résistance aux INNTI Dans un groupe de 67 souches de laboratoire de VIH-1 recombinantes, présentant une mutation de résistance au niveau de la transcriptase inverse, à des positions associées à une résistance aux INNTI, y compris les plus fréquemment observées K103N et Y181C, la rilpivirine a démontré une activité antivirale contre 64 (96%) de ces souches.
Kruisresistentie Site-gericht NNRTI mutant virus In een testgroep van 67 hiv-1-recombinante laboratoriumstammen met één met resistentiegeassocieerde mutatie op RT-posities geassocieerd met NNRTI-resistentie, waaronder de vaakst gevonden K103N en Y181C, vertoonde rilpivirine antivirale activiteit tegen 64 (96%) van deze stammen.

Une analyse de l'activité inhibitrice de l'entecavir sur un panel de souches de laboratoire et d’isolats cliniques du VIH utilisant une variété de cellules et certaines conditions de cultures a montré une CE 50 comprise entre 0,026 et > 10 µM; les plus faibles valeurs de CE 50 ont été observées lorsque des quantités réduites de virus étaient utilisées dans l'essai.
Een analyse van de remmende activiteit van entecavir tegen een groep laboratorium- en klinische hiv- 1-isolaten, met behulp van een verscheidenheid aan cellen en testomstandigheden leverde EC 50 - waarden op variërend van 0,026 tot > 10 µM; de lagere EC 50 -waarden werden waargenomen wanneer tijdens de test lagere hoeveelheden virus werden gebruikt.

Une analyse de l’activité inhibitrice de l’entecavir sur un panel de souches de laboratoire et d’isolats cliniques du VIH utilisant une variété de cellules et certaines conditions de cultures a montré une CE 50 comprise entre 0,026 et > 10 µM; les plus faibles valeurs de CE 50 ont été observées lorsque des quantités réduites de virus étaient utilisées dans l’essai.
Een analyse van de remmende activiteit van entecavir tegen een groep laboratorium- en klinische hiv- 1-isolaten, met behulp van een verscheidenheid aan cellen en testomstandigheden, leverde EC 50 - waarden op variërend van 0,026 tot > 10 µM; de lagere EC 50 -waarden werden waargenomen wanneer tijdens de test lagere hoeveelheden virus werden gebruikt.

Activité antivirale in vitro La rilpivirine est active contre les souches de laboratoire de VIH-1 de type sauvage dans des modèles d’infection aigüe de lignée de lymphocytes T, avec une valeur médiane de la CE 50 pour le VIH-1/IIIB de 0,73 nM (0,27 ng/ml).
Antivirale activiteit in vitro Rilpivirine vertoonde activiteit tegen laboratoriumstammen van wild-type hiv-1 in een acuut geïnfecteerde T-cellijn, met een mediane EC 50 -waarde voor hiv-1/IIIB van 0,73 nM (0,27 ng/ml).

2. de valider leurs méthodes de détection de MRSA et d’obtenir une caractérisation des souches, en transmettant des souches de MRSA au laboratoire de référence (ULB).
2. to validate their MRSA detection methods and to obtain strain characterisation, by transmitting MRSA strains to the Reference Laboratory (ULB).

Administrées à des animaux de laboratoire, elles provoquent la maladie après une période d’incubation qui varie selon le type de souche.
Wanneer ze aan proefdieren worden toegediend, verwekken ze de ziekte na een incubatieperiode die afhankelijk is van het soort stammen dat wordt gebruikt.

1 Diarrhée (*) ou mégacôlon toxique et une analyse de laboratoire positive pour toxine A et/ou B de C. difficile dans les selles ou une souche produisant des toxines identifiées dans les selles, par culture ou une autre méthode; 2 Colite pseudomembraneuse observée par recto-colonoscopie; 3 Caractéristiques histopathologiques d’infection par C. difficile (avec ou sans diarrhée) observées
1 Diarree (*) of toxisch megacolon en een positieve laboratoriumanalyse voor C. difficile toxine A en/of B in stoelgang of een toxine producerende stam gedetecteerd in stoelgang door kweek of een andere methode; 2 Pseudomembraneuze colitis vastgesteld tijdens een rectocolonoscopie; 3 Histopathologische kenmerken van C. difficile infectie (met of zonder diarree) in het colon, op een