Vertaling van "vos élèves et vous " (Frans → Nederlands) :

Même si votre élève n’est pas physiquement présent, il reste l’un de vos élèves et vous devez tenir compte de ses attentes et de ses besoins.
Het kind blijft een van je leerlingen, ook al is het niet fysiek in de klas aanwezig, en je moet rekening houden met zijn wensen en noden.

Quand vos élèves ont achevé la fiche d’activité 1.3 : Qu’est-ce qui est mieux?, discutez des réponses des élèves aux questions.
Laat de leerlingen Werkblad 1.3: Welk product is beter? invullen.

Demandez à vos élèves de faire un inventaire sur les produits solaires dans leur maison.
Laat de leerlingen een inventaris opmaken van de zonnecrèmes in hun huis.

Organisez un brainstorm avec vos élèves pour catégoriser les différents types de crèmes solaires et de baumes qu’ils ont emportés (Ils peuvent être regroupés par couleur d’emballage, par IP, par type de produit).
Vraag de leerlingen om te brainstormen over hoe je de verschillende types zonnecrème en lipbalsem die ze meegebracht hebben, zou kunnen onderverdelen (Volgens kleur van de verpakking, de SPF-factor en type product).

Demandez à vos élèves de noter toutes leurs activités en plein air de la journée précédente.
Laat de leerlingen al hun buitenactiviteiten van de voorgaande dag noteren op een blad papier.

Au tableau, inscrivez quelques unes des activités de vos élèves.
Schrijf enkele activiteiten van de leerlingen op het bord.

Meteor 8: L’aide humanitaire d’urgence expliquée à vos élèves
Meteor 8: Hoe leg je noodhulp uit aan je leerlingen?

Accueil | Votre action | Ecoles | Pour l'enseignant | Meteor 8: L’aide humanitaire d’urgence expliquée à vos élèves
Home | Uw actie | Scholen | Leerkrachten | Meteor 8: Hoe leg je noodhulp uit aan je leerlingen?

Meteor 8: L’aide humanitaire d’urgence expliquée à vos élèves | Médecins Sans Frontières
Meteor 8: Hoe leg je noodhulp uit aan je leerlingen? | Artsen Zonder Grenzen

Vos élèves examinent comment les caractéristiques principales de l’environnement (comme latitude, altitude, météo) peuvent influencer la quantité de soleil à laquelle ils sont exposés, comparé à d’autres personnes dans d’autres parties du monde.
De leerlingen onderzoeken hoe de belangrijkste kenmerken van hun omgeving (zoals breedteligging, hoogteligging en het weer) een invloed kunnen hebben op de hoeveelheid zon waaraan ze worden blootgesteld in vergelijking met mensen van andere regio‟s op de wereld.