En outre, s’il se produit une anémie sévère ou une myélosuppression pendant le traitement par Lamivudine/Zidovudine Sandoz, ou chez les patients avec atteinte préexistante de la moelle osseuse, p. ex. hémoglobine < 9 g/dl (5,59 mmol/l) ou taux de neutrophiles < 1,0 x 10 9 /l, un ajustement de la posologie de la zidovudine peut s’avérer nécessaire (voir rubrique 4.2).
Een extra aanpassing van de dosering van zidovudine kan vereist zijn als er een ernstige anemie of beenmergsuppressie optreedt tijdens behandeling met Lamivudine/Zidovudine Sandoz of bij patiënten bij wie het beenmerg daarvoor al minder goed werkte, bv. hemoglobine < 9 g/dl (5,59 mmol/l) of een aantal neutrofielen < 1,0 x 10 9 /l (zie rubriek 4.2).