Affections hépatobiliaires: parmi les patients (> 50% traités par des inhibiteurs des protéases) dont la fonction hépatique initiale était normale, 28%, 43% et 44% ont montré respectivement une élévation de la bilirubine, des alcalines phosphatase et de l’AST (SGOT).
Lever- en galaandoeningen: Van de patiënten (waarvan meer dan de helft werd behandeld met proteaseremmers) met een normale leverfunctie als uitgangswaarde, hadden respectievelijk 28%, 43% en 44% een verhoogd bilirubine, alkalische fosfatase en AST (SGOT).