En écartant la défense de la demanderesse et en déterminant les revenus du conjoint du défendeur sur la base de leur montant annuel divisé par douze, l’arrêt viole, partant, l’article 225, § 3, alinéas 1er et 2, ainsi que, par voie de conséquence, en attribuant au défendeur la qualité de travailleur ayant personne à charge, l’article 225, § 1er, 1°, de l’arrêté royal du 3 juillet 1996.
Voor die bedragen moet het jaarbedrag gedeeld worden door twaalf en gevoegd worden bij het maandinkomen van de echtgenoot. Daar het arrest het verweermiddel van eiseres verwerpt en het inkomen van de echtgenoot van verweerder vaststelt op basis van hun jaarinkomen, gedeeld door twaalf, schendt het arrest derhalve artikel 225, § 3, eerste en tweede lid, en, daar het beslist dat verweerder een werknemer met persoon ten laste is, schendt het bijgevolg tevens artikel 225, § 1, 1°, van het koninklijk besluit van 3 juli 1996.