Suite à une administration unique, le retour de l’activité ovarienne après le retrait de l’implant peut être plus long chez les chiennes traitées avant la puberté (en moyenne 255 jours, entre 36 et 429 jours), que chez les femelles adultes (en moyenne 68 jours, entre 12 et 264 jours).
Na een enkele toediening kan het optreden van ovariële activiteit na verwijdering van het implantaat langer duren in teven die behandeld zijn voor de pubertijd (gemiddeld 255 dagen, range 36-429 dagen) dan in volwassen teven (gemiddel 68 dagen, range 12 tot 264 dagen).