Comme l'arbitre (article 1690 du Code judicaire), le notaire-liquidateur peut, d'une part, être remplacé (le cas échéant à sa demande) s'il existe des circonstances de nature à soulever des doutes légitimes sur son impartialité ou son indépendance (les notions d'impartialité et d'indépendance devant s'entendre au sens des articles 38, 39 et 40 du Code de déontologie adopté le 22 juin 2004 par la Chambre nationale des notaires et approuvé par l'arrêté royal du 21 septembre 2005 portant approbation du Code de déontologie établi par la Chambre nationale des notaires).
Zoals een scheidsrechter (artikel 1690 van het Gerechtelijk Wetboek), kan de notaris-vereffenaar enerzijds worden vervangen (in voorkomend geval op zijn vraag) indien er omstandigheden zijn die van aard zijn te twijfelen aan zijn onpartijdigheid of zijn onafhankelijkheid (de notie onpartijdigheid en onafhankelijkheid moet verstaan worden in de zin van de artikelen 38, 39 en 40 van de Deontologische Code aangenomen door de Nationale Kamer van de notarissen van 22 juni 2004 en goedgekeurd bij koninklijk besluit van 21 september 2005 houdende goedkeuring van de Deontologische Code vastgesteld door de Nationale Kamer).