Dans le passé, les greffiers en chef des cours d'appel, du Tribunal militaire et de la Cour de cassation et les greffiers adjoints (actuellement commis-greffiers) de cette dernière devaient être docteur en droit (art. 78 et 131 de la loi du 18 juin 1869 sur l'organisation judiciaire).
In het verleden dienden zowel de hoofdgriffiers van de hoven van beroep, van het Militair Gerechtshof en van het Hof van Cassatie, als de adjunct-griffiers (vgl. thans klerken-griffiers) van dit laatste hof, doctor in de rechten te zijn (artt. 78 en 131 wet Rechterlijke inrichting van 18 juni 1869).