Hugo, aîné de cinq enfants et donc chef de groupe par nature, connaît une enfance merveilleuse entre les puits de glaise et les aires de séchage, où les âpres vents d'ouest sèchent les briques et donnent aux chevelures cet aspect rebelle qui caractérisera désormais Hugo.
Hugo, oudste van vijf kinderen en dus van nature een fractieleider, beleeft zijn jeugdige wonderjaren tussen kleiputten en droogloodsen, waar de strakke westenwind de bakstenen droogblaast en Hugo's haardos voor eeuwig in weerbarstige plooien waait.