31. souligne le rôle de l'Agence européenne des médicaments (EMEA) dans la définition de l'utilité et de l'efficacité des vaccins antiviraux et anti-pandémie, ainsi que son rôle dans la détection et l'analyse de tous les contre-effets ou des informations relatives aux réticences à consommer les médicaments; à ce titre, demande la mise en place rapide de la procédure dite d'autorisation conditionnelle telle que prévue par l'article 14, paragraphe 7, du règlement (CE) n° 726/2004;
31. wijst met nadruk op de rol van het Europees Bureau voor de geneesmiddelenbeoordeling (EMEA) bij de bepaling van het gebruik en de doeltreffendheid van antivirale middelen en pandemische vaccins, alsmede op de rol van het EMEA bij de opsporing van en het onderzoek naar bijwerkingen of berichten over terughoudendheid bij het innemen van medicijnen; pleit in dit verband voor het vervroegd opstarten van de procedure van "voorwaardelijke toelating" van artikel 14, lid 7 van Verordening (EG) nr. 726/2004;