b) de l'existence de contrats d'assurance-vie individuelle conclus par le contribuable ou son conjoint, ainsi que par les enfants sur la personne desquels il exerce l'autorité parentale, conformément à l'article 376 du Code civil, auprès d'une entreprise d'assurance établie à l'étranger et du ou des pays où ces contrats ont été conclus.
b) het bestaan van de door de belastingplichtige of zijn echtgenoot alsmede door de kinderen waarover hij overeenkomstig artikel 376 van het Burgerlijk Wetboek het ouderlijk gezag uitoefent, individueel gesloten levensverzekeringsovereenkomsten bij een in het buitenland gevestigde verzekeringsonderneming en van het land of de landen waar deze overeenkomsten afgesloten werden;