2. « Les articles 508/1 et 508/13 du Code judiciaire, en tant qu'ils ne garantissent pas à la personne morale poursuivie pénalement l'assistance gratuite d'un avocat pour la défendre au moyen de l'intervention de l'Etat dans la prise en charge des frais et honoraires de cet avocat, violent-ils les articles 10 et 11 de la Constitution lus en combinaison avec l'article 6, § 3c, de la Convention de sauvegarde des droits de l'homme et des libertés fondamentales dès lors que, en cas de difficulté financière ou d'insolvabilité de la personne m
orale poursuivie, l'avocat choisi par elle ou par le mandataire ad hoc désigné par le tribunal afin de
...[+++] la représenter ne bénéficie d'aucun mécanisme légal lui garantissant une intervention de l'Etat dans la prise en charge des honoraires de son conseil [lire : de ses honoraires] ? ».2. « Schenden de artikelen 508/1 en 508/13 van het Gerechtelijk Wetboek, in zoverre zij een strafrechtelijk vervolgde rechtspersoon, voor zijn verweer, geen kostelo
ze bijstand van een advocaat waarborgen door middel van een tegemoetkoming van de Staat in de tenlasteneming van de kosten en erelonen van die advocaat, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6.3, c), van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, aangezien, in geval van financiële problemen of insolventie van de vervolgde rechtspersoon, de advocaat die door hem is gekozen, of door de lasthebber ad hoc
...[+++]die door de rechtbank is aangewezen om hem te vertegenwoordigen, geen enkel wettelijk mechanisme geniet dat hem een tegemoetkoming van de Staat in de tenlasteneming van de erelonen van zijn raadsman [lees : van zijn erelonen] waarborgt ? ».