Lorsqu’un véhicule de catégorie L2e, L4e, L5e, L6e ou L7e suit une trajectoire circulaire avec ses roues directrices à mi-braquage environ, à une vitesse constante d’au moins 6 km/h, le cercle de virage doit rester identique ou s’élargir si on lâche la commande de direction.
Wanneer een voertuig van categorie L2e, L4e, L5e, L6e of L7e een cirkel beschrijft met de bestuurde wielen tot ongeveer halverwege de maximale uitslag en met een constante snelheid van ten minste 6 km/h, moet de draaicirkel gelijk blijven of groter worden wanneer het bedieningsorgaan van de stuurinrichting wordt losgelaten.