35. appelle l'attention sur les ta
ux inacceptables de chômage, de chômage de longue durée et de chômage chez les jeunes, notamment dans les quatre États membres sous programme d'assistance; souligne que la forte prévalence du chômage chez les jeunes compromet les possibilités de développement économique futur, comme l'illustrent
les flux de jeunes migrants d'Europe du Sud et d'Irlande, qui risquent d'entraîner une fuite des cerveaux; rappelle que l'enseignement, la formation et un solide bagage scientifique et technique sont unanime
...[+++]ment considérés comme le principal moyen, pour ces économies, de rattraper leur retard sur le plan structurel; salue, par conséquent, les initiatives récemment adoptées au niveau européen en faveur de l'enseignement et de l'emploi des jeunes, le programme Erasmus+, l'initiative pour l'emploi des jeunes et les 6 milliards d'euros consacrés au programme européen de garantie pour la jeunesse, mais demande que ces questions soient davantage prises en considération sur les plans politique et économique; souligne que les compétences liées à l'emploi continuent, pour la plupart, de relever des États membres; appelle dès lors les États membres à moderniser encore leur système éducatif national et à engager la lutte contre le chômage des jeunes; 35. wijst op de onacceptabel hoge werkloosheid, de langdurige werkloosheid en de werkloosheid onder jongeren in met name de vier lidstaten waar een bijstandsprogramma wordt uitgevoerd; benadrukt dat de hoge werkloosheid onder jongeren de mogelijkheden voor toekomstige economische ontwikkeling in het gedrang brengt, zoals blijkt
uit de stroom jonge migranten uit Zuid-Europa, maar ook uit Ierland, waardoor een braindrain dreigt te ontstaan; herinnert eraan dat stelselmatig is vastgesteld dat onderwijs, opleiding en een sterke wetenschappelijke en technologische achtergrond de kritieke elementen zijn voor het structureel inlopen van de ac
...[+++]hterstand door deze economieën; is derhalve ingenomen met de recente initiatieven op EU-niveau betreffende onderwijs en werkgelegenheid voor jongeren, het programma Erasmus+, het Jeugdwerkgelegenheidsinitiatief en de 6 miljard euro voor de Europese jongerengarantieregeling, maar dringt erop aan dat er politiek en economisch nog meer werk wordt gemaakt van deze problemen; onderstreept dat de bevoegdheden die verband houden met werkgelegenheid hoofdzakelijk onder de lidstaten blijven ressorteren; spoort de lidstaten er derhalve toe aan hun nationale onderwijsstelsels verder te moderniseren en zich in te zetten voor de bestrijding van de jeugdwerkloosheid;