Traduction de «Communication radiotéléphonique » (Français → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

communication radiotéléphonique | conversation radiotéléphonique
radiotelefoniegesprek | radiotelefoongesprek

communication radiotéléphonique
mobiele oproep

émetteur-récepteur radiotéléphonique
radiotelefonieapparatuur

radiotéléphonique
radiotelefonisch

millet commun
gierst

pollen de roseau commun
pollen van riet

ventricule commun
gemeenschappelijk ventrikel

Agammaglobulinémie:avec lymphocytes B porteurs d'immunoglobulines | commune variable | Hypogammaglobulinémie SAI
agammaglobulinemie met immunoglobulinedragende B-lymfocyten | 'common variable'-agammaglobulinemie [CVA-gamma] | hypogammaglobulinemie NNO

Réseau commun de communication
Gemeenschappelijk communicatienetwerk

Ministre des Communications et du Commerce extérieur
Minister van Verkeerswezen en Buitenlandse Handel

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

L’indicatif d’appel à donner est celui qui est utilisé dans les communications radiotéléphoniques avec les organismes de la circulation aérienne et qui correspond à l’identification de l’aéronef dans le plan de vol.
De roepnaam die moet worden vermeld, is die welke wordt gebruikt in radiotelefoniecommunicaties met eenheden voor luchtverkeersdiensten en die overeenstemt met de identificatie van het luchtvaartuig in het vliegplan.

Spécifications techniques relatives aux observations d’aéronef et aux comptes rendus par communications radiotéléphoniques
Technische specificaties inzake waarnemingen vanuit luchtvaartuigen en meldingen via mondelinge communicatie

Les communications radiotéléphoniques air-sol se font en anglais ou dans la langue habituellement utilisée par la station au sol.
De lucht-grondcommunicatie via radiotelefonie vindt plaats in het Engels of in de taal die normaal wordt gebruikt door het grondstation.

Les pilotes d'avions, d'hélicoptères, d'aéronefs à sustentation motorisée et de dirigeables qui ne volent pas en espace aérien contrôlé et qui n'utilisent pas le service d'information de vol (FIS) démontrent un niveau de compétence linguistique 4, 5 ou 6 de la langue anglaise ou d'une langue nationale utilisée par l'aérodrome concerné dans les communications radiotéléphoniques.
Bestuurders van vleugelvliegtuigen, helikopters, powered-lift luchtvaartuigen en luchtschepen, die niet vliegen in verkeersleidingsgebied en die geen gebruik maken van de vlucht informatie dienst (FIS) bewijzen een taalvaardigheidniveau 4, 5 of 6 voor het gebruik in radiotelefonische communicatie van de Engelse taal of van een landstaal gebruikt door het betrokken luchtvaartterrein in radiotelefonische communicatie.

Les contrôleurs de la circulation aérienne démontrent un niveau de compétence linguistique 4, 5 ou 6 de la langue anglaise dans les communications radiotéléphoniques.
De luchtverkeerleiders bewijzen een taalvaardigheidniveau 4, 5 of 6 voor het gebruik van de Engelse taal in radiotelefonische communicatie.

Art. 2. § 1 . Les pilotes d'avions, d'hélicoptères, d'aéronefs à sustentation motorisée et de dirigeables qui volent en espace aérien contrôlé ou qui utilisent le service d'information de vol (FIS) démontrent un niveau de compétence linguistique 4, 5 ou 6 de la langue anglaise dans les communications radiotéléphoniques.
Art. 2. § 1. Bestuurders van vleugelvliegtuigen, helikopters, powered-lift luchtvaartuigen en luchtschepen, die vliegen in verkeersleidingsgebied of die gebruik maken van de vlucht informatie dienst (FIS), bewijzen een taalvaardigheidniveau 4, 5 of 6 voor het gebruik in radiotelefonische communicatie van de Engelse taal.

1. Les fournisseurs de services de navigation aérienne, les exploitants et les autres utilisateurs de radios veillent à ce que l’ensemble des six chiffres de l’identifiant numérique soient utilisés pour identifier le canal de transmission dans les communications radiotéléphoniques, sauf si les cinquième et sixième chiffres sont des zéros, auquel cas seuls les quatre premiers chiffres sont utilisés.
1. De verleners van luchtvaartnavigatiediensten, de exploitanten en de andere gebruikers van radio’s zorgen ervoor dat alle zes cijfers van de numerieke identificator worden gebruikt om het transmissiekanaal bij radiotelefoniecommunicatie te identificeren, behalve indien zowel het vijfde als het zesde cijfer een nul is, in welk geval uitsluitend de eerste vier cijfers worden gebruikt.

Art. 2. Les pilotes d'aéronefs - exceptés les pilotes de ballons libres, de planeurs et d'aéronefs ultra légers motorisés - qui doivent utiliser le radiotéléphone de bord, les contrôleurs de la circulation aérienne et les opérateurs radio de stations aéronautiques démontreront qu'ils ont un niveau de connaissance opérationnelle de la langue anglaise dans les communications radiotéléphoniques.
Art. 2. De bestuurders van luchtvaartuigen - uitgezonderd de bestuurders van vrije ballons, zweefvliegtuigen en ultralichte motorluchtvaartuigen -, die de boordradio moeten gebruiken, de luchtverkeersleiders en de operatoren van een luchtvaartstation moeten een operationeel taalkennisniveau bewijzen voor het gebruik van de Engelse taal in radiotelefonische communicatie.

1. Les fournisseurs de services de navigation aérienne et les exploitants veillent à ce que l’ensemble des six chiffres de l’identifiant numérique soient utilisés pour identifier le canal de transmission dans les communications radiotéléphoniques VHF, sauf si le cinquième et le sixième chiffres sont des zéros, auquel cas seuls les quatre premiers chiffres sont utilisés.
1. De verleners van luchtvaartnavigatiediensten en de exploitanten zorgen ervoor dat alle zes cijfers van de numerieke identificator worden gebruikt om het transmissiekanaal bij VHF-radiotelefoniecommunicatie te identificeren, behalve indien zowel het vijfde als het zesde cijfer een nul is, in welk geval uitsluitend de eerste vier cijfers worden gebruikt.