La loi relative à la police de la circulation routière, coordonnée par l'arrêté royal du 16 mars 1968, prévoit que le procureur du Roi peut ordonner le retrait immédiat du permis de conduire lorsqu'un conducteur ou la personne qui l'accompagne en vue de l'apprentissage a subi une analyse de l'haleine ou, si pareille analyse est impossible, un test de l'haleine révélant une concentration d'alcool d'au moins 0,35 milligramme par litre d'air alvéolaire expiré (AAE).
De wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd door het koninklijk besluit van 16 maart 1968, bepaalt dat ingeval een bestuurder of degene die een bestuurder begeleidt met het oog op de scholing een ademanalyse of, indien deze ademanalyse niet mogelijk is, een ademtest ondergaat en tengevolge daarvan een alcoholconcentratie vertoont van minstens 0,35 milligram per liter uitgeademde alveolaire lucht (UAL), diens rijbewijs onmiddellijk kan worden ingetrokken door de procureur des Konings.