4. À partir de la campagne 1998/1999, par dérogation au paragraphe précédent et en ce qui concerne les vins issus de raisins figurant dans le classement pour la même unité administrative simultanément en tant que va
riétés à raisins de cuve et en tant que variétés destinées à l'élaboration d'eau-de-vie de vin, les États membres sont autorisés, pour le producteur qui a bénéficié à partir de la campagne 1997/1998 de la prime d'abandon définitif tel que visée à l'article 8 du règlement (CE) no 1493/1999, pour une partie de la superficie viticole de son exploitation, à maintenir pendant les cinq campagnes qui suivent celle de l'arrachage la q
...[+++]uantité normalement vinifiée au niveau qu'elle avait atteint avant l'arrachage.
4. In afwijking van het bepaalde in de vorige lid en voor wijn uit druiven van rassen die bij dezelfde administratieve eenheid tegelijk zijn ingedeeld als wijndruivenrassen en als rassen voor een ander gebruik, mogen de lidstaten vanaf het wijnoogstjaar 1998/1999, voor producenten die vanaf het wijnoogstjaar 1997/1998 voor een deel van het wijnbouwareaal van hun bedrijf de in artikel 8 van Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad bedoelde premie voor de definitieve stopzetting van de wijnbouw hebben ontvangen, gedurende de vijf wijnoogstjaren na de rooiing, de normale productiehoeveelheid houden op het niveau van vóór de rooiing.