En réponse à une question préjudicielle, la Cour constitutionnelle a affirmé que ce régime violait les articles 10 et 11 de la Constitution, dans l'interprétation selon laquelle l'absence de certificat médical en pièce jointe à la requête, rendu obligatoire par l'article 488bis, b), § 6 du Code civil, entraînait l'irrecevabilité de la demande d'autorisation de la personne concernée à disposer de ses biens par donations entre vifs ou par dispositions de dernières volontés, qui ne peut être couverte par une expertise médicale ordonnée par le juge de paix.
Het Grondwettelijk Hof stelde in een antwoord op een prejudiciële vraag dat deze regeling de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt, in de interpretatie dat de ontstentenis van geneeskundige verklaring bij het verzoekschrift volgens de bepalingen van artikel 488bis, b), § 6 van het BW tot de niet-ontvankelijkheid leidt van de vordering tot machtiging van de betrokken persoon om over zijn goederen te beschikken bij schenking onder levenden of bij uiterste wilsbeschikking en dit niet kan gedekt worden door een medisch deskundigenonderzoek bevolen door de vrederechter.