Le fondement juridique de l'octroi d'argent de poche à des habitants d'une maison de repos par le CPAS et le droit de ces habitants à en disposer personnellement est contenu sous l'article 98, § 1er, de la loi organique du 8 juillet 1976 des centres public
s d'aide sociale et dans l'arrêté royal du 25 avril 2004 fixant le statut de l'argent de poche de certains habitants une
maison de repos et déterminant les frais qui ne peuvent être imputés à cet argent de poche en exécution de l'article 98,
...[+++]§ 1er, alinéa 3, de la loi organique du 8 juillet 1976 des centres publics d'aide sociale.
De rechtsgrond voor het toekennen van zakgeld aan rusthuisbewoners door het OCMW en het recht van deze bewoners daar persoonlijk over te beschikken is vervat in artikel 98, § 1, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en in het koninklijk besluit van 25 april 2004 tot vaststelling van het statuut van het zakgeld van sommige rusthuisbewoners en tot bepaling van de kosten die niet op dit zakgeld mogen worden aangerekend in uitvoering van artikel 98, §,1, derde lid, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.