D'une part, les méthodes varient que l'on soit dans la situation d'une arrestation administrative ou judiciaire et, d'autre part, elles doivent correspondre aux multiples situations rencontrées sur le terrain: dangerosité du suspect (armé ou non, risque de fuite ou non, etc.), lieux (train, avion, lieu public, lieu privé, autoroute, etc.), topographie des lieux de l'arrestation (dans un escalier, dans la rue, dans un lieu restreint, etc.), environnement, etc. Les droits de la personne arrêtée sont mentionnés aux articles 33bis à 35 de la loi sur la fonction de police et aux articles 1er, 2 et 2bis de la loi relative à la détention préventive.
Enerzijds variëren de methodes naargelang het een administratieve of gerechtelijke aanhouding is, anderzijds moeten zij in overeenstemming zijn met de verschillende situaties die in het veld voorkomen: dreiging van de verdachte (al dan niet gewapend, al dan niet risico op vluchten, enz.), plaatsen (trein, vliegtuig, openbare plaats, private plaats, autosnelweg, enz.), topografie van de plaatsen van de aanhouding (op een trap, op straat, in een beperkte ruimte, enz.), omgeving, enz. De rechten van de gearresteerde persoon worden vermeld in de artikelen 33bis tot en met 35 van de wet op het politieambt en de artikelen 1, 2 en 2bis van de wet op de voorlopige hechtenis.