b) A l'intérieur des locaux d'habitation et des locaux de service, les cloisons, les vaigrages et les plafonds incombustibles peuvent comporter un placage combustible qui ne doit pas dépasser 2 millimètres d'épaisseur, exception faite des coursives, des entourages d'escaliers et des postes de sécurité où il ne doit pas avoir plus de 1,5 millimètre.
b) Wanneer onbrandbare schotten, beschietingen en plafonds zijn aangebracht in ruimten voor accommodatie en dienstruimten, mogen deze binnen deze ruimten voorzien zijn van een brandbare fineerlaag die niet dikker is dan 2 millimeter, behalve in gangen, trapomsluitingen en controlestations, waar deze laag niet dikker mag zijn dan 1,5 millimeter.