Vertaling van "Faire fonctionner des turbines à gaz " (Frans → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

faire fonctionner des turbines à gaz
gasturbines bedienen

faire fonctionner des turbines à vapeur
stoomturbines bedienen

turbine à gaz
gasturbine

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

2° pour les turbines à gaz, les moteurs à gaz et les moteurs diesel fonctionnant pendant moins de 500 heures par année calendaire.
2° voor gasturbines, gasmotoren en dieselmotoren die minder dan 500 bedrijfsuren per kalenderjaar in bedrijf zijn.

(2) Pour les turbines à gaz et les installations de turbes à vapeur et à gaz fonctionnant pendant moins de 150 heures d'exploitation par année calendaire, aucune valeur limite d'émission pour le NO n'est d'application.
(2) Voor gasturbines en stoom- en gasturbine-installaties die minder dan 150 bedrijfsuren per kalenderjaar in bedrijf zijn, is geen emissiegrenswaarde voor NO van toepassing.

(2) Pour les turbines à gaz et les installations de turbes à vapeur et à gaz fonctionnant pendant moins de 150 heures d'exploitation par année calendaire, une valeur limite d'émission pour le NO de 400 mg/Nm est d'application.
(2) Voor gasturbines en stoom- en gasturbine-installaties die minder dan 150 bedrijfsuren per kalenderjaar in bedrijf zijn, geldt een emissiegrenswaarde voor NO van 400 mg/Nm®.

En cas d'alimentation en des combustibles fluides autres que les graisses animales, les dispositions suivantes sont d'application à partir du 1 janvier 2025 au 31 décembre 2029 pour les installations de combustion autres que les turbines à gaz et les moteurs fixes, qui fonctionnent pendant au moins 500 heures par année calendaire :
Bij voeding met andere vloeibare brandstoffen dan dierlijke vetten geldt vanaf 1 januari 2025 tot en met 31 december 2029 voor andere stookinstallaties dan gasturbines en stationaire motoren, die 500 of meer bedrijfsuren per kalenderjaar in bedrijf zijn, het volgende:

En cas d'alimentation en des combustibles fluides autres que les graisses animales, les dispositions suivantes sont d'application à partir du 1 janvier 2030 pour les installations de combustion autres que les turbines à gaz et les moteurs fixes, qui fonctionnent pendant au moins 500 heures par année calendaire :
Bij voeding met andere vloeibare brandstoffen dan dierlijke vetten geldt vanaf 1 januari 2030 voor andere stookinstallaties dan gasturbines en stationaire motoren, die 500 of meer bedrijfsuren per kalenderjaar in bedrijf zijn, het volgende:

17. exprime sa vive préoccupation face au regain d'intérêt pour l'exploration et l'exploitation du pétrole et du gaz naturel, à la fois en mer et à terre, notamment dans des régions fortement touchées par d'importantes conséquences environnementales; estime qu'il est important que des études pertinentes soient menées à bien dans la macrorégion; souligne que l'exploration et l'exploitation du pétrole et du gaz naturel doivent se faire en harmonie avec les objectifs de la politique maritime intégrée et de la planification de l'espace maritime et que pour la production d'énergie, l'accent doit être mis de façon générale sur les énergies renouvelables, comme l'énergie éolienne offshore; souligne que la mer Adriatique est une mer fermée, peu profonde, inadaptée à l'évacuation des substances polluantes, qui se caractérise sur toutes ses rives par une économie touristique florissante, et que les possibilités de croissance de la macrorégion devraient essentiellement dépendre du tourisme et des activités économiques liées à la spécificité de son environnement et de ses écosystèmes; insiste sur la nécessité, pour les États membres de la région, d'appliquer de façon cohérente la législation de l'Union et les conventions internationales en matière de durabilité environnementale et de sécurité des activités maritimes comme la prospection pétrolière et gazière en mer et le développement, l'installation et le fonctionnement de turbines éoliennes en mer; demande la mise en œuvre intégrale de la directive-cadre "stratégie pour le milieu marin" (2008/56/CE) et de la directive relative à la sécurité des opérations pétrolières et gazières en mer (2013/30/UE); encourage, en vue de la coopération macrorégionale, la mise en place d'un système d'intervention en cas d'accidents;
17. is uitermate bezorgd over de nieuwe belangstelling voor de exploratie en exploitatie van olie en gas, zowel op zee als op het land, met name in gebieden die al zwaar te kampen hebben met aanzienlijke milieueffecten; acht het belangrijk dat hierover studies voor de macroregio worden uitgevoerd; benadrukt dat de exploratie en exploitatie van olie en gas in overeenstemming moeten zijn met de doelstellingen van het geïntegreerde maritieme beleid en de maritieme ruimtelijke ordening en de nadruk in het algemeen moet worden gelegd op hernieuwbare energie, zoals offshore-windenergie; benadrukt het feit dat de Adriatische Zee een gesloten, ondiepe zee is die slecht in staat is verontreinigende stoffen af te voeren en aan beide oevers een bloeiende toeristische economie kent en dat de groei van de macroregio in de eerste plaats moet afhangen van het toerisme en van economische activiteiten die verband houden met de specifieke ecologische kenmerken en het specifieke ecosysteem van deze zee; benadrukt dat het noodzakelijk is dat de lidstaten van de regio de communautaire wetgeving en de internationale verdragen op het gebied van duurzaamheid van het milieu en veiligheid van activiteiten op zee, zoals offshore olie- en gaswinning, en de ontwikkeling, de installatie en de exploitatie van offshore windturbines op samenhangende wijze ten uitvoer leggen; vraagt daarom de volledige tenuitvoerlegging van de kaderrichtlijn mariene strategie (Richtlijn 2008/56/EG) en de richtlijn betreffende de veiligheid van offshore olie- en gasactiviteiten (Richtlijn 2013/30/EU); steunt met het oog op macroregionale samenwerking de instelling van een systeem voor interventie in geval van ongelukken;

6. Jusqu'au 1 janvier 2030, les États membres peuvent exempter de l'obligation de respecter les valeurs limites d'émission de NO x énoncées dans le tableau 3 de l'annexe II, partie 1, les installations de combustion moyennes existantes d'une puissance thermique nominale supérieure à 5 MW qui sont utilisées pour faire fonctionner des stations de compression de gaz nécessaires pour assurer la sûreté et la sécurité d'un système national de transport de gaz.
6. Tot 1 januari 2030 mogen de lidstaten bestaande middelgrote stookinstallaties met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 5 MW die gebruikt worden om gascompressiestations aan te drijven om de veiligheid en de zekerheid van nationale gastransmissiesystemen te waarborgen, vrijstellen van naleving van de emissiegrenswaarden voor NO x die zijn bepaald in tabel 3 van deel 1 van bijlage II.

Les valeurs limites d'émission fixées au présent point ne s'appliquent pas aux turbines à gaz ou aux moteurs à gaz destinés aux situations d'urgence et fonctionnant moins de 500 heures par an.
De in dit punt vermelde emissiegrenswaarden zijn niet van toepassing op gasturbines of gasmotoren die, voor noodgevallen, minder dan 500 uur per jaar in bedrijf zijn.

(4 bis) Les turbines à gaz pour lesquelles une autorisation a été accordée avant le 27 novembre 2002 et qui ne fonctionnent pas plus de 1 500 heures par an en moyenne mobile calculée sur une période de cinq ans sont soumises à une valeur limite d'émission de 150 mg de NOx (exprimée en NO2/m).
(4 bis) Voor gasturbines waarvoor vóór 27 november 2002 vergunning is verleend en die niet meer dan 1.500 uur per jaar in bedrijf zijn (voortschrijdend gemiddelde over een periode van vijf jaar) geldt een emissiegrenswaarde van 150 mg/NO2. gemeten als NO2/m3.

Les valeurs limites d'émission fixées au présent point ne s'appliquent pas aux turbines à gaz destinés aux situations d'urgence et fonctionnant moins de 500 heures par an.
De in dit punt vermelde emissiegrenswaarden zijn niet van toepassing op gasturbines die, voor noodgevallen, minder dan 500 uur per jaar in bedrijf zijn.