». d. Par jugement du 19 mars 2014 en cause de la SCRIS « CUMA D'AVISCOURT » contre l
'Etat belge, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 27 mars 2014, le Tribunal de première instance d'Arlon a posé la question préjudicielle suivante : « Les articles 1017, 1018 et 1022 du Code judiciaire violent-ils les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'ils permettent à l'Etat belge de bénéficier d'une indemnité de procédur
e lorsqu'il obtient gain de cause dans le cadre d'un recours fondé sur l'article 569, 32°, du Code jud
...[+++]iciaire ?
». d. Bij vonnis van 19 maart 2014 in zake de cvoha « CUMA D'AVISCOURT » tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 27 maart 2014, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Aarlen de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schenden de artikelen 1017, 1018 en 1022 van het Gerechtelijk Wetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre zij de Belgische Staat toestaan een rechtsplegingsvergoeding te genieten wanneer hij in het gelijk wordt gesteld in het raam van een beroep gebaseerd op artikel 569, 32°, van het Gerechtelijk Wetboek ?