7. met en lumière le problème des déficiences de l'administration publique et l'absence de gouvernance fiable; exprime son inquiétude face au niveau élevé de corruption et au non‑fonctionnement des structures judiciaires formelles, remettant en cause la légitimité du système judiciaire; met l'accent sur la nécessité tant d'une responsabilité accrue, en particulier en cas de violations des droits de l'homme – y compris des droits des femmes –, que d'une réforme du fonctionnement du Haut conseil de la Cour suprême;
7. wijst op het probleem van het zwakke overheidsapparaat en het gebrek aan betrouwbaar bestuur; uit zijn bezorgdheid over de wijdverbreide corruptie en het niet-functioneren van formele justitiële structuren, waardoor de legitimiteit van het rechtsstelsel op de helling komt te staan; wijst op de noodzaak van een grotere verantwoordingsplicht, met name wanneer het gaat om schendingen van mensenrechten, inclusief vrouwenrechten, en wat betreft de werking van de Hoge Raad van het Hooggerechtshof;