Les assesseurs suppléants au tribunal de l'application des peines sont soumis aux mêmes incompatibilités que les magistrats effectifs, à l'exception de l'exercice des activités professionnelles admises à titre d'expérience pour être nommé assesseur (article 300, alinéas 3 et 4, du Code judiciaire, modifié par l'article 91 de la loi du 4 mai 2016).
De plaatsvervangende assessoren in de strafuitvoeringsrechtbank zijn onderworpen aan dezelfde regels van onverenigbaarheid als de werkende magistraten, met uitzondering van de uitoefening van beroepswerkzaamheden die voor het opdoen van ervaring toegestaan zijn om benoemd te worden tot assessor (artikel 300, derde en vierde lid, van het Gerechtelijk Wetboek, zoals gewijzigd bij artikel 91 van de wet van 4 mei 2016).